Afghanen rennen naast een C-17 vliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht als het vertrekt uit Kabul, Afghanistan, op 16 aug. 2021. Bron: Screenshot.

Nederlands + English

NEDERLANDS

Amerikanen zullen wel over de vernedering heen komen die ze misschien voelen over de ramp in Afghanistan. Maar bondgenoten zoals Israël moeten conclusies trekken over de neergang van de Verenigde Staten als wereldmacht.

Bron: JNS
Voor degenen die oud genoeg zijn om zich de beelden van de laatste dagen van Zuid-Vietnam te herinneren, zijn de recente gebeurtenissen in Afghanistan schokkend bekend. In beide gevallen stortte een gebrekkige Amerikaanse bondgenoot die tegenover een vastberaden vijand stond, snel ineen toen beide partijen in het conflict beseften dat de Verenigde Staten geen vinger zouden uitsteken om hun vrienden te helpen.
Afghanistan was Amerika’s langste oorlog, en zal helaas net als Vietnam de geschiedenis ingaan als een oorlog waarin een supermacht werd verslagen door een veel zwakkere vijand. In beide gevallen zijn er goede redenen om aan te voeren dat een nederlaag wellicht onvermijdelijk was, ondanks de vaardigheid en moed van de Amerikaanse strijdkrachten en die van onze bondgenoten die er vochten.
En in beide gevallen is het zeer waarschijnlijk dat de meeste Amerikanen – hoewel ze zullen blozen bij het zien van verachtelijke vijanden die zich verkneukelen over hun triomf en bij de bloedige gevolgen voor de lokale bevolking die met ons meevocht of ons hielp – zich daar niet veel van zullen aantrekken. Ons leven zal ongestoord doorgaan, ook al zullen verontrustende herinneringen aan het Taliban-bewind opduiken op de 9/11 verjaardag of wanneer de onderdrukking van vrouwen of andere islamistische wreedheden die in Afghanistan zullen beginnen, in de publiciteit komen.
Dat zal niet het geval zijn voor andere Amerikaanse bondgenoten, met inbegrip van die zoals de Israëli’s, die gelukkig niet afhankelijk zijn van de aanwezigheid van Amerikaanse troepen om hen tegen vijanden te verdedigen. De Verenigde Staten mogen dan nog steeds een land zijn waarvan de nationale defensie een functie is van oceanen en continenten. Maar kleinere landen die in gevaarlijke buurten wonen, zoals Hamas in de Gazastrook en Hezbollah in Libanon, waar de overwinning van islamisten als de Taliban inderdaad gevierd zal worden, worden gedwongen harde conclusies te trekken over hun bondgenootschappen met de Verenigde Staten en over de vraag of men erop kan vertrouwen dat de regering van de VS zich aan haar woord houdt als puntje bij paaltje komt.

De Vietnam-analogie kan niet worden genegeerd.

Tegen de tijd dat een pantseroffensief van het Noord-Vietnamese leger (en niet, zoals de mythe wil, van succesvolle guerrillastrijders) Saigon binnenviel, was de overgrote meerderheid van de Amerikanen de Vietnam-oorlog spuugzat. Toen een Democratisch Congres de wens van een Republikeinse regering om de Zuid-Vietnamezen opnieuw te bevoorraden terzijde schoof, haalden de meesten hun schouders op en zeiden, niet onredelijk, dat zij genoeg hadden gegeven in een oorlog die hen niet veiliger had gemaakt. Zij bleven hun schouders ophalen toen de communistische overwinnaars ongeveer een miljoen van de verliezers in heropvoedingskampen stopten en toen honderdduizenden Vietnamezen die niet in de laatste helikopters uit Saigon konden stappen, hun huizen ontvluchtten in onveilige kleine bootjes in de hoop op een kans om de vrijheid te bereiken.
Voor de bevolking van Afghanistan zal het waarschijnlijk nog moeilijker worden. Maar een brede, tweepartijdige consensus ten gunste van de beëindiging van de “voor altijd” oorlog in dat land zal de meeste Amerikanen zonder al te veel moeite de ogen doen afwenden.
De Amerikanen hebben immers grote hoeveelheden bloed en geld in Afghanistan gestoken, ook al was het aantal slachtoffers gelukkig maar een fractie van wat het in Vietnam was. Zij hebben het volste recht te denken dat zij na 20 jaar genoeg hebben opgeofferd.
De ontknoping vond plaats onder het toeziend oog van president Joe Biden, toen zijn onnozele voorspellingen dat een nieuw Saigon niet zou gebeuren, onjuist bleken, en het gevoel dat de regering de controle over de gebeurtenissen was kwijtgeraakt en, erger nog, er niet echt om gaf, doordrong zelfs de sympathieke berichtgeving over zijn dwaasheid in de mainstream media.

Maar de schuld voor dit debacle is tweeledig

Het begint bij de regering George W. Bush. De Verenigde Staten hadden het volste recht om binnen te vallen in de herfst van 2001. Bush negeerde echter de lange geschiedenis van catastrofes voor buitenlandse legers in Afghanistan, die teruggaat tot Alexander de Grote en het Britse en het Sovjet-imperium, toen hij de Amerikaanse troepen opdracht gaf aan te vallen als vergelding voor het feit dat de Taliban onderdak boden aan de Al Qaida-terroristen die op 11 september Amerika aanvielen. Het aanvankelijke Amerikaanse succes om de Taliban uit de macht te verdrijven was bemoedigend, maar in plaats van de Afghanen hun lot in eigen handen te laten, voelden de Amerikaanse en de NAVO-strijdkrachten zich gedwongen te blijven en een vergeefse poging tot nation-building te ondernemen. Ondanks de positieve impact op velen daar, was dit gedoemd te mislukken in een natie waar velen weinig belangstelling hadden voor democratie of de voordelen van het leven in de 21e eeuw, in tegenstelling tot de middeleeuwse islam die door de Taliban werd gepraktiseerd.
President Barack Obama erfde een stabiel conflict waarin het Westen aantoonbaar nog steeds de overhand had. De Democraten hadden in 2006 en 2008 campagne gevoerd met het idee dat Afghanistan de “goede oorlog” was, in tegenstelling tot de “slechte” oorlog die Bush in Irak voerde. Toch gaf zijn verklaring in 2011 dat de Verenigde Staten van plan waren te vertrekken, de Taliban het signaal dat ze alleen maar hoefden af te wachten tot de Amerikanen er genoeg van hadden en weg waren.
Die fout werd nog verergerd door president Donald Trump, die zinloze en vernederende onderhandelingen voerde met de Taliban om te proberen zijn belofte na te komen om een oorlog te “beëindigen” waarin de andere partij vastbesloten was te blijven vechten tot de overwinning. Trump heeft een plan voor terugtrekking in gang gezet dat ook de Taliban heeft aangemoedigd en hun laatste offensieven heeft helpen aansturen. Niettemin had hij zijn “America First” neo-isolationistische overtuigingen tegengesproken door krachtig door te gaan met een zegevierende campagne tegen ISIS-terroristen in Irak en Syrië die Obama had verknoeid, gekoppeld aan een harde opstelling tegen Iran. Dat hield tenminste de mogelijkheid open dat – als het erop aankwam, zoals deze maand – hij een situatie waarin de Amerikaanse bondgenoten in Kaboel werden bedreigd of overrompeld, niet zou negeren.
Dat geldt niet voor Biden, die, gezien zijn veronderstelde superieure kennis van het buitenlands beleid, de Afghanistan-plannen van Trump nog steeds had kunnen terugdraaien, zoals hij dat ook heeft gedaan met het beleid van zijn voorganger inzake Iran en andere kwesties. Zijn regering was niet voorbereid op de crisis en slaagde er niet in effectief te reageren, zelfs zozeer dat Amerikanen en degenen die onze zaak hadden gediend, werden achtergelaten in de laatste haast om Kabul te ontvluchten. De beelden van een president en zijn woordvoerder die op vakantie waren en niet bereikbaar waren voor commentaar toen een bondgenoot ten onder ging aan een gezworen vijand van Amerika en het Westen, zullen in het geheugen van de wereld blijven hangen.
Bovendien is het probleem niet alleen een kwestie van het falen van Biden en de drie presidenten die hem voorgingen. Zoals het geval was na Vietnam, moet er een afrekening komen binnen het militaire en inlichtingen establishment in Washington. Evenzeer als hun politieke meesters waren zij de architecten van deze ramp en moeten zij ter verantwoording worden geroepen voor de door hen gevolgde strategieën en hun onvermogen om de gebeurtenissen tot aan de uiteindelijke ramp naar behoren te evalueren.
Dat is iets waar de Amerikanen vroeg of laat aandacht aan zullen besteden, zoals ze al eerder hebben gedaan na andere mislukkingen.
De Israëli’s daarentegen moeten zich rekenschap geven van de onmiddellijke gevolgen voor het Midden-Oosten. De Amerikaanse bondgenoten moeten zich terecht afvragen hoe zij kunnen vertrouwen op een regering als die van Biden, nu de dreiging van andere islamisten – zoals het regime in Iran en zijn bondgenoten en hulptroepen – steeds sterker wordt.
De regering zal erop wijzen dat Israël en zelfs de Golfstaten en andere Arabische naties, die goede redenen hebben om zich door Biden gekleineerd te voelen, zich in een heel andere positie bevinden dan Afghanistan. Dat is waar, maar als de president doorgaat met zijn pogingen om Obama’s verzoening met Iran te hernieuwen, hoe kan hij dan van de bondgenoten van Amerika vragen dat zij erop vertrouwen dat hij bij de onderhandelingen met de theocraten van Teheran rekening zal houden met hun veiligheid?
Hoewel er nog tijd is om het roer om te gooien, geeft Washington op dit moment alle tekenen dat het een afkalvende wereldmacht is die afglijdt naar een onsamenhangende en ineffectieve houding tegenover de terroristische dreigingen en nucleaire ambities van Iran, net zoals het heeft gedaan in Afghanistan.
Dat maakt Israël en zijn Arabische bondgenoten afhankelijker van elkaar dan ooit. En het moet hen dwingen na te denken over de noodzaak om zowel op eigen kracht zonder de Verenigde Staten op te treden, als te overwegen de hand uit te steken naar andere mogendheden zoals Rusland en China, ook al zijn hun bedoelingen verre van welwillend en niet te vertrouwen.
Hierdoor ontstaat een formule voor een veel gevaarlijker wereld dan het geval zou zijn indien de Verenigde Staten werden geleid door mensen die de gevaren begrepen en die gericht waren op de bescherming van de belangen van de VS, in plaats van illusoire doelstellingen na te streven die hun oorsprong vinden in ideologie in plaats van realpolitik. Een bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor deze mislukking – iets wat Biden duidelijk weigert te doen – zou een begin zijn. Sommigen geloofden dat vanaf januari de “volwassenen” weer aan de macht waren en dat de wereld daardoor veiliger zou worden. Was dat maar waar.

Jonathan S. Tobin is hoofdredacteur van JNS-Jewish News Syndicate. Volg hem op Twitter op: @jonathans_tobin.

****************************************

ENGLISH:

Americans will get over the humiliation they may feel about the disaster in Afghanistan. But allies like Israel must draw conclusions about the decline of the United States as a world power.

Source: JNS
For those old enough to remember the images of the last days of South Vietnam, recent events in Afghanistan are shockingly familiar. In each case, a flawed American ally facing a determined foe quickly collapsed once both sides to the conflict realized that the United States wouldn’t lift a finger to help its friends.
Afghanistan was America’s longest war, and sadly, it must go down in history, like Vietnam, as one in which a superpower was defeated by a much weaker enemy. In both instances, there are good reasons to argue that defeat might have been inevitable despite the skill and bravery of the U.S. forces, and that of our allies, who fought there.
And in both cases, it’s entirely likely that most Americans will—while blushing at the sight of despicable enemies gloating over their triumph, as well as the bloody consequences for those locals who fought with or helped us there—not care all that much. Our lives will go on undisturbed, even if troubling memories about Taliban rule will pop up on the 9/11 anniversary or when the oppression of women or other Islamist atrocities that will commence in Afghanistan are publicized.
That won’t be the case for other American allies, including those like Israelis, who, thankfully, don’t depend on the presence of U.S. troops to defend them against enemies. The United States may still be a country whose national defense is a function of oceans and continents. But smaller countries that live in dangerous neighborhoods inhabited by those, like Hamas in the Gaza Strip and Hezbollah in Lebanon, where the victory of Islamists like the Taliban will indeed be celebrated, are, however, forced to draw harsh conclusions about their alliances with the United States and whether its government can be relied upon to keep its word when the chips are down.

The Vietnam analogy cannot be ignored

By the time an armored offensive by the North Vietnamese Army (and not, as myth would have it, successful guerrilla fighters) swept into Saigon, the overwhelming majority of Americans were heartily sick of the Vietnam War. When a Democratic Congress overruled a Republican administration’s desire to resupply the South Vietnamese, most shrugged and said, not unreasonably, that they had given enough in a war that didn’t make them any safer. They continued shrugging when the Communist victors put roughly a million of the losers in re-education camps and when hundreds of thousands of Vietnamese who hadn’t been able to get on the last helicopters out of Saigon fled their homes in unsafe small boats hoping for a chance to get to freedom.
It will probably go even harder for the people of Afghanistan. But a broad, bipartisan consensus in favor of ending the “forever” war in that country will cause most Americans to avert their eyes without too much trouble.
After all, Americans have poured vast amounts of blood and treasure into Afghanistan, even if, thankfully, the casualty count was a fraction of what it was in Vietnam. They have every right to think that after 20 years they have sacrificed enough.
The denouement happened on President Joe Biden’s watch as his feckless predictions that another Saigon wouldn’t happen proved false, and the sense that the government that had lost control of events and, even worse, didn’t really care pervaded even sympathetic coverage of his folly in the mainstream media.
But the blame for this debacle is bipartisan.
It starts with the George W. Bush administration. The United States had every right to invade in the fall of 2001. Yet Bush discounted the long history of catastrophes for foreign armies in Afghanistan dating back to Alexander the Great, and included the British and Soviet empires when he ordered U.S. troops to attack in retaliation for the Taliban’s hosting of the Al-Qaeda terrorists that attacked America on 9/11. The initial American success in routing the Taliban from power was heartening, but rather than leave the Afghanis to sort out their fate, U.S. and NATO forces felt impelled to stay and to begin a futile effort at nation-building. Despite the positive impact that had on so many there, this was doomed to failure in a nation where many of the people had little interest in either democracy or the benefits of life in the 21st century, as opposed to the medieval Islam practiced by the Taliban.
President Barack Obama inherited a stable conflict in which the West arguably still had the upper hand. Democrats had campaigned in 2006 and 2008 on the idea that Afghanistan was the “good war” as opposed to the “bad” one being fought by Bush in Iraq. Still, his 2011 declaration that the United States intended to leave signaled to the Taliban that all they had to do was to wait it out until the Americans had enough and were gone.
That mistake was compounded by President Donald Trump, who engaged in pointless and humiliating negotiations with the Taliban in order to try to make good on his promise to “end” a war in which the other side was determined to keep fighting until victory. Trump set in motion a plan for withdrawal that also encouraged the Taliban and helped guide their final offensives. Nevertheless, he had contradicted his “America First” neo-isolationist beliefs by vigorously pursuing a victorious campaign against ISIS terrorists in Iraq and Syria that Obama had flubbed, coupled with a tough stance against Iran. That at least held open the possibility that—if push came to shove, as it did this month—he might not ignore a situation in which American allies in Kabul were endangered or overwhelmed.
Not so with Biden, who, given his supposedly superior command of foreign policy, could still have overturned Trump’s Afghanistan plans, as he did his predecessor’s policies on Iran and other issues. His administration was unprepared for the crisis and failed to respond effectively, even to the point where Americans and those who had served our cause were left behind in the final rush to flee Kabul. The imagery of a president and his spokesperson on vacation and unavailable for comment as an ally fell to a sworn foe of America and the West will linger in the world’s memory of these events.
What’s more, the problem isn’t merely a question of the failures of Biden and the three presidents who came before him. As was the case after Vietnam, there needs to be a reckoning within the military and intelligence establishment in Washington. As much as their political masters, they were the architects of this disaster and need to be held accountable with respect to the strategies they pursued and their inability to properly evaluate events right up until the final disaster.
That is something that, sooner or later, Americans will attend to, as they’ve done before after other failures.
Israelis, on the other hand, must reckon with the immediate consequences for the Middle East. American allies must rightly wonder how they can possibly rely on a government like the one led by Biden as threats from other Islamists—like the regime in Iran, and its allies and auxiliaries—continue to grow stronger.
The administration will point out that Israel and even the Gulf states and other Arab nations, which have good reason to feel slighted by Biden, are in a very different position than Afghanistan. That’s true, but as the president continues to engage in an effort to renew Obama’s appeasement of Iran, how can he possibly ask any of America’s allies to trust him to take their security into account when negotiating with the theocrats of Tehran?
While there is still time to reverse course, at the moment, Washington is giving every indication that it is a declining world power drifting into an incoherent and ineffective stance against Iran’s terrorist threats and nuclear ambitions, as it has done in Afghanistan.
That leaves Israel and its Arab allies more dependent on each other than ever. And it must force them to think of the necessity of both acting on their own without the United States, as well as to consider reaching out to other powers like Russia and China even though their intentions are far from benevolent and cannot be trusted.
This creates a formula for a far more dangerous world than it would be if the United States were led by people who understood the dangers and were focused on protecting U.S. interests, rather than pursuing illusory goals rooted in ideology rather than realpolitik. A willingness to take responsibility for this failure—something that Biden clearly refuses to do—would be a start. Some believed that starting in January, the “adults” were back in power and that as a result, the world would be safer. If only that were true.

Jonathan S. Tobin is editor in chief of JNS—Jewish News Syndicate. Follow him on Twitter at: @jonathans_tobin.