De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan probeert van Turkije een uniek voorbeeld van een politieke oxymoron te maken: Een “onschatbare” NAVO-bondgenoot die ook een diep strategisch en militair verbond met Rusland heeft. Hij zal geen stap terug doen van zijn koehandel met het Westen, met de Rusland-kaart in de hand, tenzij hij inziet dat zijn liefdesrelatie met Rusland een straf prijskaartje zal krijgen. Op de foto: Erdoğan (rechts) met de Russische president Vladimir Poetin. (Beeldbron: kremlin.ru)

Nederlands

Door Gatestone Institute –  Burak Bekdil

  • Bovendien zouden Ankara en Moskou praten over Russische knowhow en de bouw van nog twee kerncentrales voor Turkije, naast een kernreactor van 10 miljard dollar die al wordt gebouwd aan de Turkse Middellandse-Zeekust.
  • Al die strategische plannen zullen de afhankelijkheid van NAVO-bondgenoot Turkije van Rusland verder vergroten, die tevens Turkije’s grootste leverancier van aardgas is.
  • “Poetin en zijn regering zijn zich terdege bewust van de zwakke punten van Turkije: a) de economie gaat van kwaad tot erger; b) de pandemie is niet onder controle; c) de gasprijzen stijgen, maar Rusland is bereid Turkije een vriendelijke korting te geven; d) de militaire aankopen worden geconfronteerd met een vijandige Amerikaanse Senaat.” – Eugene Kogan, een defensie- en veiligheidsanalist gevestigd in Tbilisi, Georgië; aan Gatestone.
  • “De Turkse president zal een spoilerrol blijven spelen binnen de NAVO en Poetin verdere mogelijkheden bieden om het transatlantisch bondgenootschap en zijn waarden te ondermijnen.” – Aykan Erdemir, voormalig lid van het Turkse parlement en nu gevestigd in Washington D.C., e-mail aan Gatestone.
  • [Erdoğan] zal geen stap terug doen van…. de Rusland-kaart in zijn hand, tenzij hij inziet dat zijn liefdesrelatie met Rusland een straf prijskaartje zal krijgen.

Turkije is sinds 1952 een NAVO-bondgenoot. Op 6 oktober prees de kinderlijk naïeve secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, Turkije als “een belangrijke bondgenoot [die] een belangrijke rol heeft gespeeld bij het verslaan van Daesh.” Zijn beide suggesties zijn schromelijk onjuist: Turkije is een belangrijke Russische bondgenoot aan het worden, en geen NAVO-bondgenoot, waarvan de ongeregelde milities in Syrië de jihadistische overblijfselen van Daesh (Islamitische Staat) zijn.

Als een verstoten minnaar, diep beledigd door de weigering van president Joe Biden om hem te ontmoeten in de marge van de Algemene Vergadering van de VN in september in New York, haastte de islamitische president van Turkije Recep Tayyip Erdoğan zich op 29 september naar de Zwarte Zee stad Sochi, Rusland, voor een tête-a-tête met de Russische president Vladimir Putin. Op de terugweg uit New York vertelde Erdoğan aan de verslaggevers: “De tekenen zijn niet goed in de betrekkingen van Turkije met de Verenigde Staten.”

In een interview met “Face the Nation” van CBS zei Erdoğan dat de weigering van de VS om F-35 gevechtsvliegtuigen te leveren die Turkije wilde kopen en Patriot-raketten die Turkije wilde aanschaffen, Turkije geen andere keuze liet dan zich tot Rusland te wenden voor hun S-400 luchtafweerraketsysteem. Dit geschil is een twistpunt geweest tussen Turkije en het NAVO-bondgenootschap, zowel tijdens de regering-Trump als tijdens de regering-Biden.

“In de toekomst zal niemand zich kunnen bemoeien met wat voor defensiesystemen we aanschaffen, van welk land op welk niveau. Niemand kan zich daarmee bemoeien. Wij zijn de enigen die dergelijke beslissingen kunnen nemen,” zei Erdoğan. Turkije is van plan een tweede reeks S-400-systemen van Rusland te kopen, en zou ook van de VS eisen om 1,4 miljard dollar te betalen voor de F-35’s die Turkije niet kreeg nadat het uit het door de VS geleide multinationale consortium werd gezet dat de vliegtuigen bouwt.

De inzet is nu hoger. Erdoğan gokt door de kaart van Rusland te gebruiken om verdere VS-sancties in zijn S-400 bod te vermijden. Ondertussen heeft het kantoor van de voorzitter van de Amerikaanse Senaat voor Buitenlandse Betrekkingen, Robert Menendez, gezegd dat sancties bij wet verplicht zijn voor “elke entiteit die belangrijke zaken doet met het Russische leger of de Russische inlichtingendiensten”. De Commissie Buitenlandse Betrekkingen van de Amerikaanse Senaat schreef op Twitter: “Elke nieuwe aankoop door Turkije moet nieuwe sancties betekenen,” verwijzend naar een besluit van de VS van december 2020 om CAATSA (Countering America’s Adversaries Through Sanctions Act) op te leggen aan Turkije voor zijn aankoop van de S-400’s.

In Sochi ontmoette Erdoğan Poetin alleen in aanwezigheid van tolken (zonder officiële delegatie), wat indruist tegen de diplomatieke jurisprudentie. Beide leiders omschreven de ontmoeting als “nuttig” terwijl ze glimlachten naar de camera’s. Hij zei dat Turkije en Rusland zijn overeengekomen om samen te werken op het gebied van kritieke defensietechnologieën, waaronder vliegtuigen, motoren, onderzeeërs en ruimtevaart. Bovendien zouden Ankara en Moskou spreken over Russische knowhow en de bouw van nog twee kerncentrales voor Turkije, naast een kernreactor van 10 miljard dollar die al wordt gebouwd aan de Turkse Middellandse-Zeekust.

Al die strategische plannen zullen de afhankelijkheid van NAVO-bondgenoot Turkije van Rusland, tevens Turkije’s grootste leverancier van aardgas, nog verder vergroten.

“Turkije’s afkeer van het Westen in het algemeen gaat ononderbroken door,” vertelde Eugene Kogan, een defensie- en veiligheidsanalist gevestigd in Tbilisi, Georgië, aan het Gatestone Institute.

“Poetin en zijn regering zijn zich terdege bewust van de zwakke punten van Turkije: a) de economie gaat van kwaad tot erger; b) de pandemie is niet onder controle; c) de gasprijzen stijgen, maar Rusland is bereid Turkije een vriendelijke korting te geven; d) militaire aankopen worden geconfronteerd met een vijandige Amerikaanse Senaat.”

Aykan Erdemir, een voormalig lid van het Turkse parlement en nu gevestigd in Washington, D.C., schreef in een e-mail aan de auteur, dat Erdoğan’s houding dient als een wake-up call voor de ambtenaren van de regering Biden. Erdemir schreef:

“Erdoğan’s verklaringen over de aankoop van een tweede partij van het S-400 luchtverdedigingssysteem van Rusland zou een wake-up call moeten zijn voor de ambtenaren van de regering Biden, die in de afgelopen maand naar Turkije hebben verwezen als een ‘onschatbare partner’ en een ‘belangrijke NAVO-bondgenoot.’

“Erdoğan’s aandringen op een tweede partij S-400 weerspiegelt de straffeloosheid die de Turkse president voelt sinds hij in juni aanbood om de regering-Biden te helpen tijdens en na de Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan.

“Erdoğan’s straffeloosheid komt ook voort uit de vertraging waarmee Trump de CAATSA-sancties tegen Ankara oplegde tijdens de laatste maand van zijn presidentschap, dat pas na een tweepartijen congresdruk en zijn voorkeur voor relatief lichtere sancties zijn die er niet in geslaagd om enige zinvolle afschrikking te bieden.

“De Turkse president zal een spoilerrol binnen de NAVO blijven spelen en Poetin verdere mogelijkheden bieden om het trans-Atlantische bondgenootschap en haar waarden te ondermijnen.

“Aangezien de afhankelijkheid van de regering-Biden van de regering-Erdogan in Afghanistan de mogelijkheden van Washington om terug te slaan tegen de misstappen van Ankara ernstig beperkt, is een tweepartijdige actie van het Congres noodzakelijk om de afschrikking van de VS en de NAVO tegen de uitdagingen van de Turkse en Russische presidenten te herstellen.”

Erdoğan probeert van Turkije een uniek voorbeeld van een politieke oxymoron te maken: Een “onschatbare” NAVO-bondgenoot die ook een diep strategisch en militair verbond met Rusland heeft. Hij zal geen stap terug doen van zijn koehandel met het Westen, met de Rusland-kaart in de hand, tenzij hij inziet dat zijn liefdesrelatie met Rusland een straf prijskaartje zal krijgen.

Burak Bekdil, een van de belangrijkste journalisten van Turkije, werd onlangs na 29 jaar ontslagen bij de bekendste krant van het land, voor het schrijven in Gatestone wat er in Turkije gebeurt. Hij is een Medewerker van het Midden-Oosten Forum.