A view of the Old City of Jerusalem circa 1900 (Photo: Public Domain)
Nederlands + English
In deze serie zal ik proberen de geschiedenis van de Messiasbelijdende Joden in Israël vanaf 1818 te beschrijven. Ik heb het hier specifiek over Hebreeuws sprekende Joden in Israël die in Jezus geloven en hun Joodse identiteit behouden. Niet de geschiedenis van het algemene Messiasbelijdende Jodendom in Europa en Amerika, en niet de algemene geschiedenis van het christendom en het zendingswerk in Israël.
Bron: Kehila news – Tuvia Pollack
In dit eerste artikel zal ik beginnen met een algemeen overzicht, en vanaf het volgende artikel zullen we in detail treden. Hoewel het geloof in Jezus in Israël al bestaat sinds de tijd van, wel, Jezus zelf, waren er tussen de 7e en de 19e eeuw geen inheemse Israëlische Hebreeuws sprekende gelovigen. Een sterke plaatselijke Hebreeuwssprekende geloofsgemeenschap met generaties gelovigen is iets wat we pas in de 21e eeuw beginnen te zien.
De eerste protestantse missionaris arriveerde in 1818, en zij bleven arriveren en plaatselijke kerken stichten. Sommigen kwamen tot geloof, en er is een gedocumenteerde continue aanwezigheid van Israëlisch-Joodse gelovigen sinds tenminste de jaren 1840. Maar de Hebreeuws sprekende gemeenten waren buitengewoon klein en hadden te lijden onder een hoog percentage van mensen die het land verlieten. In plaats van een plaatselijke gemeenschap te ontwikkelen, gaven de Joodse gelovigen er vaak de voorkeur aan gebruik te maken van de mogelijkheden die hun pas ontdekte geloof hun bood, door deuren te openen in Europa en Amerika. Pogingen om onafhankelijke Joodse gemeenten te vormen werden door de gevestigde kerken actief tegengewerkt, en een bloeiende plaatselijke Hebreeuwssprekende gemeenschap werd nooit een optie.
Gedurende de tijd van het Britse Mandaat (1917-1948) bloeide het christendom op en ontstonden de eerste onafhankelijke Messiaanse gemeenten in Israël, maar zij waren nog steeds gering en arm en werden soms actief tegengewerkt door de gevestigde christenen. De situatie veranderde radicaal in 1948, toen de staat Israël tot stand kwam. Toen Groot-Brittannië asiel aanbood aan alle Joodse gelovigen, gingen velen op het aanbod in, waardoor er slechts een tiental Joodse gelovigen achterbleven. Het waren er nu minder, maar degenen die bleven waren zeer gemotiveerd om in Israël te blijven en een plaatselijke gemeenschap op te bouwen. Deze mensen en hun nakomelingen, alsmede de gelovigen die kort na 1948 aankwamen, werden de ruggengraat van het huidige plaatselijke Messiaanse lichaam in Israël.
Maar hoe begon het allemaal in 1818?
Geloof het of niet, het begon allemaal met Napoleon.
Tot 1799 zagen de meeste Christenen de Joden als het “oude verbondsvolk,” irrelevant voor het Nieuwe Verbond. Maar in 1799 veroverde Napoleon Bonaparte, toen nog maar een officier in het Franse leger, Egypte en belegerde hij Akko, waarbij hij verklaarde dat als hij Palestina zou veroveren, hij van plan was een thuisland voor de Joden te stichten, zodat de Joden van Europa daarheen konden verhuizen.
Dit was de eerste keer in de geschiedenis dat een seculier persoon sprak over een Joods thuisland in het Heilige Land als een feitelijke politieke mogelijkheid, en niet slechts als een religieus, futuristisch idee.
Hoewel Napoleons belegering van Akko mislukte en hij er genoegen mee moest nemen terug te keren naar Frankrijk en in plaats daarvan keizer te worden, deed het vooruitzicht alleen al iets bewegen in de harten van veel christenen. Het was niet alleen dat, maar ook de nieuwe ideeën van de Franse revolutie die nieuwe eschatologische hoop brachten. Er ontstond een beweging van protestantse en anglicaanse christenen die op grond van de Bijbel het joodse volk liefhadden en geloofden dat de joden in hun land zouden worden hersteld en tot geloof in Jezus zouden komen.
Deze opvatting had aanhangers tot in de hoogste echelons van de Britse regering. Dit sentiment in de Anglicaanse kerk en de Britse regering leidde tot de oprichting van vele zendingsgenootschappen en de eerste protestantse zendelingen die zich specifiek richtten op de bekering van de Joden. Meer dan honderd jaar later bracht het mensen voort als Lord Balfour en Orde Charles Wingate, die sleutelfiguren werden in de zionistische beweging en de oprichting van de staat Israël. Men kan zich alleen maar afvragen hoe het tijdperk van het Britse Mandaat eruit had kunnen zien als deze opvatting meer aanhangers had gehad in de Britse regering.
In 1818 arriveerde de eerste protestantse missionaris. In 1822 kwam de eerste Hebreeuws-christelijke missionaris om het evangelie in het Hebreeuws aan zijn landgenoten te verkondigen. In 1849 werd de eerste protestantse kerk, Christ Church, gebouwd. Mettertijd bouwden de missionarissen ook ziekenhuizen en scholen. Dit alles gebeurde te midden van veel zendingsactiviteiten, zowel slecht als goed uitgevoerd, sommige specifiek gericht op Joden, andere meer universeel. Lokale Joden die tot geloof kwamen waren aanvankelijk zeldzaam, maar het werd mettertijd steeds gewoner.
De religieuze Joden leerden de zendingsactiviteiten te vermijden en richtten steeds meer eigen ziekenhuizen en scholen op, met hulp van rijke Europese Joden als Montefiore en Rothschild, om geen gebruik te hoeven maken van de instellingen van de “zendelingen”, omdat die “aasden op Joodse zielen”. Zij vaardigden sancties en excommunicaties uit, niet alleen tegen de Joden die tot geloof kwamen, maar tegen elke Jood die gebruik maakte van de faciliteiten van de missionarissen.
Desondanks ontstonden er Hebreeuws sprekende gemeenten van Joden die in Jezus geloofden onder de vlag van de Anglicaanse kerk, en in de jaren 1890 probeerden zij zich te organiseren als “Hebreeuwse Christenen”. Dit bestond elders in de wereld, maar niet in Israël. Het zag er veelbelovend uit, maar een aantal zaken hield de ontwikkeling van Hebreeuwse Messiaanse gemeenten in Israël tegen. Behalve het feit dat het er maar weinig waren, en dat velen Israël verlieten, was er ook de dubbele aanval van zowel de christenen als de religieuze Joden, waarbij beide partijen de Messias belijdende Joden vertelden dat zij moesten kiezen. Ze konden niet in Jezus geloven en Joods blijven.
Vanuit de kerk spraken mensen protesten en bezorgdheid uit over deze “Judaïsering”. Sommigen waren bang dat een Hebreeuws sprekende kerk in Jeruzalem de legitimiteit van hun eigen kerk zou ondermijnen. Sommigen waren misschien bezorgd over de Joodse invloed in de kerk.
Het idee dat een Jood christen kan worden en toch Joods kan zijn als het gaat om gewoonten en levensstijl was voor velen ongehoord. Rabbi Joseph Rabinowitz (1837-1899) uit Kishinev was een van de vroegste pioniers van dit idee. Hij wordt vaak de “Herzl van het Messias belijdende Jodendom” genoemd. Het werd als een schande ervaren dat hij erop stond om de sabbat te houden en zijn zonen te besnijden, en op de vraag of een in Jezus-gelovende Jood die dat niet doet een zonde begaat, antwoordde hij: “Hij begaat geen zonde, maar hij vervreemdt zich van zijn eigen Joodse volk.” We moeten niet vergeten dat Rabinovitz’ woorden in 1884 niet mainstream waren, maar in de ogen van velen schandalig. Ook woonde hij niet in Israël. Het heeft lang geduurd voordat Messiaans Jodendom, zoals wij dat nu kennen, zelfs maar mogelijk was.
Sommigen zullen beweren dat de protestantse missionarissen Europeanen waren die naar Israël kwamen om ons hun geloof op te leggen. Sommigen zullen het religieus kolonialisme noemen. Maar we mogen niet vergeten dat onze Joodse religieuze broeders een zelfde proces doormaakten. Asjkenazische rabbijnen als Menachem Mendel arriveerden in het begin van de 19e eeuw en vestigden de eerste Asjkenazische aanwezigheid in Jeruzalem sinds de jaren 1720, waarbij ze tot hun schande weigerden de gewoonten en levensstijl van de plaatselijke Sefardische Joden over te nemen. We kunnen naar de grote zendingsorganisaties in Engeland en de VS kijken en zeggen dat de westerse mogendheden geld in deze onderneming hebben gestoken, maar dat deden onze Joodse broeders ook, met de hulp van de Rothschilds en de Montefiores.
Het feit dat het begin van onze Messiaanse beweging in Israël te vinden is binnen kerken en protestantse zendelingen die soms een iets andere visie hebben dan wij vandaag de dag hebben, doet niets af aan de kern, zij kwamen hier om ons te vertellen over de Messias van Israël, en zij brachten het evangelie terug naar de mensen die het aan hen hadden gegeven. Of we het nu eens zijn met alles wat zij deden of niet, dat doet er niet toe. Ik geloof nog steeds dat wij, de Messiasbelijdende Joden van Israël, hun dankbaarheid verschuldigd zijn.
In het volgende artikel zal ik het verhaal vertellen van de vroegste protestantse zendelingen in Israël en hun ontmoetingen met Joden in het land tussen 1818 en 1821.
A view of the Old City of Jerusalem circa 1900 (Photo: Public Domain)
ENGLISH
In this series, I will attempt to account for the history of Messianic Jews in Israel from 1818 and onwards. I am speaking specifically about Hebrew-speaking Jews in Israel who believe in Jesus and maintain a Jewish identity. Not the history of general Messianic Judaism in Europe and America, and not the general history of Christianity and missionary work in Israel.
Source: Kehila News – Tuvia Pollack
In this first article, I will start with a general overview, and from the next one we will go into detail. Even though faith in Jesus has existed in Israel since the time of, well, Jesus himself, indigenous Israeli Hebrew-speaking believers were non-existent between the 7th and the 19th century, and a strong local Hebrew-speaking community of faith with generations of believers is something we are only starting to see in the 21st century.
The first protestant missionary arrived in 1818, and they continued to arrive and establish local churches. Some people came to faith, and there is a documented continuous presence of Israeli Jewish believers since the 1840s at least. But the Hebrew-speaking congregations were exceedingly small and suffered from a high percentage of people leaving the country. Rather than develop a local body, the Jewish believers often preferred utilizing the opportunity their newfound faith gave them, opening doors in Europe and America. Attempts to form independent Jewish congregations were actively opposed by the established churches, and a flourishing local Hebrew-speaking community never became an option.
During the time of the British Mandate (1917-1948) Christianity flourished and the first independent Messianic congregations arose in Israel, but they were still few and poor and sometimes actively opposed by mainstream Christians. The situation changed radically in 1948 as the State of Israel came to be. When Great Britain offered asylum to all Jewish believers, many jumped on the offer, leaving only about a dozen Jewish believers behind. They were fewer now, but the ones who stayed were the ones highly motivated to remain in Israel and build a local community. These people and their descendants, as well as the believers who arrived shortly after 1948, became the backbone of the current local Messianic body in Israel.
But how did it all start back in 1818?
Believe it or not, it all started with Napoleon.
Until 1799, most Christians saw the Jews as the “old covenant people,” irrelevant for the New Covenant. But in 1799, Napoleon Bonaparte, then just an officer in the French army, conquered Egypt and laid siege on Acre, declaring that should he conquer Palestine he intended to establish a homeland for the Jews, allowing the Jews of Europe to move there.
This was the first time in history when a secular person talked about a Jewish homeland in the Holy Land as an actual political possibility, and not just as a religious, futuristic idea.
Even though Napoleon’s siege of Acre failed, and he had to settle on going back to France and become emperor instead, the very prospect made something move in the hearts of many Christians. It was not only that but also the new ideas of the French revolution which brought new eschatological hopes. A movement of Protestant and Anglican Christians who, based on the Bible, loved the Jewish people, and believed that the Jews would be restored to their country and come to faith in Jesus.
This view had some adherents in the highest echelons of the British government. This sentiment in the Anglican church and the British government brought about the establishment of many missionary societies and the first protestant missionaries who specifically focused on converting the Jews. Over a hundred years later, it raised up people like Lord Balfour and Orde Charles Wingate, who became key figures in the Zionist movement and the establishment of the State of Israel. One can only wonder what the era of the British Mandate could have looked like if this view had had more adherents in the British government.
In 1818, the first protestant missionary arrived. In 1822, the first Hebrew Christian missionary came to preach the gospel in Hebrew to his countrymen. In 1849, the first protestant church – Christ Church – was built. With time, the missionaries also built hospitals and schools. All this occurred amid a lot of missionary activity, both badly and well executed, some targeting Jews specifically, others being more universal. Local Jews who came to faith were initially rare, but became more common as time went on.
The religious Jews learned to avoid the missionary activity and established more and more hospitals and schools of their own, through help from wealthy European Jews such as Montefiore and Rothschild, to avoid having to use the “missionaries” institutions, since they “prey on Jewish souls.” They enacted sanctions and excommunications not only against the Jews who came to faith, but against any Jew who used the missionaries’ facilities.
Nevertheless, Hebrew-speaking congregations of Jews who believed in Yeshua were established under the Anglican church, and in the 1890s they tried to organize themselves as “Hebrew Christians.” This existed elsewhere in the world, but not in Israel. It looked promising, but a number of things halted the development of Hebrew Messianic congregations in Israel. Besides the fact that they were few, and many left Israel, there was also the double attack from both the Christians and the religious Jews, both sides telling the Messianic Jews that they had to choose. They couldn’t believe in Jesus and stay Jewish.
From within the church, people voiced protests and concern over this “Judaizing.” Some were afraid that a Hebrew-speaking church in Jerusalem would undermine their own church’s legitimacy. Some might have been worried about Jewish influence in the church.
The idea that a Jew can become a Christian and still be Jewish when it comes to customs and lifestyle was unheard of for many. Rabbi Joseph Rabinowitz (1837-1899) from Kishinev was one of the earliest pioneers of this idea. He is often called the “Herzl of Messianic Judaism.” He scandalously insisted in keeping Sabbath and circumcising his sons, and when asked whether a Jesus-believing Jew who doesn’t do so commits a sin, he replied: “He does not commit a sin, but he alienates himself from his own Jewish people.” We need to remember that Rabinovitz’ words in 1884 were not mainstream, but scandalous to many. Also, he was not in Israel. It took a long time until Messianic Judaism, as we know it today, was even possible.
Some will argue that the Protestant missionaries were Europeans coming to Israel to impose their faith upon us. Some will call it religious colonialism. But we shouldn’t forget that our Jewish religious brethren went through a similar process. Ashkenazi Rabbis like Menachem Mendel arrived in the early 1800s, establishing the first Ashkenazi presence in Jerusalem since the 1720s, scandalously refusing to adopt the customs and lifestyles of the local Sephardi Jews. We might look at the big missionary organizations in England and the US and say that the western powers poured money into this endeavor, but so did our Jewish brethren with the help of the Rothschilds and the Montefiores. The fact that the beginnings of our Messianic movement in Israel is found within churches and protestant missionaries who sometimes have a slightly different view than we have today, does not take away from the core – they came here to tell us about the Messiah of Israel, and they brought back the gospel to the people who had given it to them. Whether or not we agree with everything they did is beside the point. I still believe that we, the Messianic Jews of Israel, owe them gratitude.
In the next article, I will tell the story of the earliest protestant missionaries in Israel and their encounters with Jews in the land between 1818 to 1821.