In juni 1945 wachten overlevenden uit concentratiekamp Buchenwald in Arnhem op verdere repatriëring. Ze moeten gaan liften. (Foto uit: U wordt door niemand verwacht)

Nederlands + English

Bron: Uit het boek “U wordt door niemand verwacht” door Michal Citroen

In het najaar van 1945 kwam de grootvader van Michal Citroen terug uit Auschwitz. Later vertelde hij haar hoe afschuwelijk de eerste jaren na de oorlog voor hem en zijn landgenoten geweest waren. Eenmaal thuis op vaderlandse bodem was er voor de meeste joden geen aandacht, geen begrip en geen opvang. April 2021 verscheen een uitgebreide en herziene editie van U wordt door niemand verwacht, het aangrijpende verhaal van de joden die de kampen en de onderduik overleefden en terugkeerden naar een koud en kil Nederland.


‘In de trein blijven!’

Mijn grootvader was achtenzeventig toen hij mij vertelde over meisjes met manden wijn en kersen die in Lyon door de trein liepen. ‘Ik heb ook de zenuwen als ik over deze dingen spreek’, en hij stopte even zijn relaas om weer een sigaartje op te steken. Zijn rantsoen sigaartjes lag op vier per dag, maar voor deze gelegenheid mocht hij wel eentje extra. Hij haalde zaken op die hij vergeten was, of die hij had willen vergeten. Het was nog steeds pijnlijk voor hem dat in Frankrijk alles zo anders was. Anders dan later in Nederland. Met sigaar ging hij verder.

‘Twee dagen later, eenmaal in Tilburg, dachten we: eindelijk terug in Nederland en nu zullen we ontvangen worden, hè. We deden de deuren van de gammele trein open en op het perron stonden enige kerels die schreeuwden: “In de trein blijven! Niet uitstappen! In de trein blijven!” En dat was de ontvangst in ons eigen land. Toen we er uiteindelijk uit mochten, werden we naar de hal van een oude leerfabriek gebracht. Daar was niets verzorgd. Dat was Nederland, al meer dan een halfjaar bevrijd. In vergelijking met wat we eerder hadden meegemaakt? Daar kan ik nu alleen maar om lachen.’

Overlevenden uit concentratiekamp Theresienstadt in het repatriërings-centrum in de Philipsfabriek in Eindhoven na de bevrijding in 1945. (Bron: U wordt door niemand verwacht)

Wat zou een verklaring kunnen zijn voor de kille ontvangst? Het excuus van te weinig middelen, zoals voertuigen, lijkt mij in dit geval niet meer geldig. De Engelse historicus Bob Moore schreef dat de Nederlandse overheid panisch was over de te verwachten aantallen vluchtelingen. Chef Staf Kruls van het Militair Gezag was niet de enige panikeur in het Nederlandse kamp. Opnieuw in een memorandum van 17 mei 1945 werd gewaarschuwd voor de schrikbarende mogelijkheid dat wel anderhalf miljoen mensen gedurende de zomer van 1945 op Nederland af zouden komen. Anderhalf miljoen of misschien nog wel meer, zieke en wanhopige mensen die allemaal aan de Nederlandse grens zouden staan! Wie dat aantal bedacht had en of het klopte interesseerde niemand, maar dat al die mensen zouden binnenkomen, moest koste wat het kost worden vermeden. De grenzen moesten dicht en alleen die mensen mochten worden toegelaten die konden bewijzen dat ze in Nederland thuishoorden.

Het was de bedoeling dat alle vluchtelingen en repatrianten zouden worden gescreend in opvangcentra in de grotere grensplaatsen en vervolgens zouden worden geïnterneerd in kampen. In feite kwamen er veel minder mensen aan dan verwacht. De grote stroom arriveerde in mei en juni en de centra werden in de loop van juli en augustus alweer gesloten. De opvang was ook per centrum heel verschillend. In sommige centra werd alleen soep uitgedeeld en in andere werden maaltijden verstrekt. Ook de financiële uitkering verschilde per plaats. Op de ene plek werd slechts een gulden uitgekeerd, op de andere een tientje. Volgens ooggetuigen waren het meestal weinig vriendelijke gebouwen, waar ambtenaren, naast het verrichten van bureaucratische handelingen, grote bussen DDT-poeder leegspoten en waar het leven geregeld werd door sirenes en orders die werden uitgeschald via grote luidsprekers.


‘…we waren lang genoeg gekoeioneerd’

Voor Frank Keizer begon de bevrijding in de trein van Theresienstadt naar Zwitserland.

‘Ergens onderweg zei een begeleider dat we onze ster af moesten doen. Dat was een uiterst emotioneel gebeuren, want die ster hadden we vanaf 1942 gedragen. Toen wisten we zeker dat we de goede kant uit gingen, al waren er ook mensen die er niet in geloofden, die zeiden: “Die trein gaat rechtstreeks naar de hel.” Wat verwachtte ik in de trein? Nou, dat we weer terug zouden komen in het huis dat we in 1943 hadden verlaten. Het beeld van onveranderlijkheid. Ik had fraaie droombeelden van weer over de Coolsingel lopen naar de diergaarde en terug bij je vriendjes met wie je indiaantje had gespeeld.’

Maanden bleef hij met een groep Nederlandse ex-gevangenen in Zwitserland. Daar ging hij naar school, kreeg hij nieuwe kleren en vooral veel te eten. Zijn ouders probeerden weer hun beroep als arts en tandarts uit te oefenen onder de groep Nederlanders. Twee jaar later, terug in Nederland, kreeg de familie de rekening gepresenteerd voor het verblijf in Zwitserland.

‘De Nederlandse ambtenaren hadden een nauwkeurige administratie bijgehouden wat ieder gezinslid gekost had’

‘Dat waren natuurlijk astronomische bedragen. De Nederlandse ambtenaren hadden een nauwkeurige administratie bijgehouden wat ieder gezinslid gekost had. Die rekening kwam totaal onverwacht. Toen we in augustus terugkwamen in Nederland was het een enorme afknapper. We werden naar Eindhoven gebracht, naar de Philipsfabrieken, daar was een opvangcentrum. Er werd weer gekeken of we luizen hadden. We werden weer ingeënt en het was net alsof we een hele stap terug moesten zetten. We werden niet beschouwd als mensen die terugkwamen uit het geciviliseerde Zwitserland. Ik dacht: God, weer een interneringskamp en weer quarantaine. Toen konden we naar Rotterdam. We moesten naar een opvanghuis aan de Heemraadssingel, want ons huis was onteigend door de Duitsers en daar waren andere mensen in komen wonen.’

 



Foto:
U wordt door niemand verwacht – Michal Citroen

Toen Richard van Dam in Tilburg aankwam, werd hij in een school opgevangen samen met Nederlanders die vrijwillig in Duitsland hadden gewerkt. Dat veroorzaakte grote spanningen met de groep ex-politieke gevangenen, onder wie Van Dam. De commandant van de school vond dat er begrip voor elkaar moest zijn omdat Nederland net bevrijd was.

‘Maar ik had nergens begrip voor en zei: “Donder maar dood, man! Ik ga toch niet in één kamer zitten met gasten die vrijwillig tekenden.” Dat begrepen ze niet. Die man begon te schreeuwen. Er was geen ruimte en in Nederland was ook niet alles even lollig geweest en we moesten blij zijn dat we überhaupt geholpen werden! Maar we pikten het niet. Het verschil was zo groot met Frankrijk en België. Het was zo’n desillusie, zo in Nederland behandeld te worden. We waren lastig en mensen begrepen dat niet. Maar we waren lang genoeg gekoeioneerd.’

Boek:U wordt door niemand verwacht –  Citroen

Bijdrage: historiek.net

 

*****************************************************
ENGLISH (Translated with www.DeepL.com/Translator)


In June 1945, survivors from Buchenwald concentration camp in Arnhem await further repatriation. They have to hitchhike. (Photo from: You are not expected by anyone)

Source: from the book “You are not expected by anyone” by Michal Citroen

In the fall of 1945, Michal Citroen’s grandfather returned from Auschwitz. Later he told her how horrible the first years after the war had been for him and his compatriots. Once home on homeland soil, there was no attention, no understanding and no shelter for most Jews. April 2021 published an expanded and revised edition of U wordt verwacht door niemand, the gripping story of the Jews who survived the camps and going into hiding and returned to a cold and chilly Holland. On Historiek some harrowing stories about the reception in the Netherlands.

 


 

‘Stay on the train!’

My grandfather was seventy-eight when he told me about girls with baskets of wine and cherries walking through the train in Lyon. ‘I also have nerves when I talk about these things,’ and he stopped his account for a moment to light another cigar. His ration of cigars was four a day, but for this occasion he could have one extra. He recalled things he had forgotten, or had wanted to forget. It was still painful for him that in France everything was so different. Different than later in Holland. With cigar, he continued.

‘Two days later, once in Tilburg, we thought: finally back in Holland and now we will be received, huh. We opened the doors of the rickety train and on the platform stood some guys shouting, “Stay on the train! Don’t get off! Stay on the train!” And that was the reception in our own country. When we were finally allowed out, we were taken to the hall of an old leather factory. There was nothing cared for there. This was the Netherlands, already liberated for more than six months. Compared to what we had experienced before? I can only laugh about that now.

Survivors from Theresienstadt concentration camp in the repatriation center at the Philips factory in Eindhoven after the liberation in 1945. (Source: You are not expected by anyone)

What could explain the chilly reception? The excuse of too few resources, such as vehicles, no longer seems valid to me in this case. English historian Bob Moore wrote that the Dutch government was frantic about the expected numbers of refugees. Chief of Staff Kruls of the Military Authority was not the only panicker in the Dutch camp. Again in a memorandum dated May 17, 1945, he warned of the frightening possibility that as many as one and a half million people would descend on the Netherlands during the summer of 1945. One and a half million or perhaps more, sick and desperate people who would all be at the Dutch border! Who came up with that number and whether it was correct did not interest anyone, but that all those people would come in had to be avoided at all costs. The borders had to be closed and only those people were allowed to enter who could prove that they belonged in the Netherlands.

The idea was that all refugees and returnees would be screened in reception centers in the larger border towns and then interned in camps. In fact, far fewer people arrived than expected. The large flow arrived in May and June, and the centers were already closing during July and August. The reception also varied greatly from center to center. In some centers only soup was distributed and in others meals were provided. The financial allowance also varied from place to place. In one place only a guilder was paid out, in another a tenner. According to eyewitnesses, they were usually not very friendly buildings, where officials, in addition to performing bureaucratic acts, emptied large cans of DDT powder and where life was regulated by sirens and orders blared through large loudspeakers.

 


‘…we had been cowed long enough

For Frank Keizer, liberation began on the train from Theresienstadt to Switzerland.

‘Somewhere along the way an attendant told us to take off our star. That was an extremely emotional event, because we had worn that star since 1942. Then we knew for sure that we were going in the right direction, although there were also people who didn’t believe in it, who said, “That train is going straight to hell.” What did I expect on the train? Well, that we would return to the house we had left in 1943. The image of immutability. I had beautiful dream images of walking down Coolsingel again to the zoo and back to your friends with whom you had played Indians.

For months he stayed with a group of Dutch former prisoners in Switzerland. There he went to school, got new clothes and, above all, lots of food. His parents tried again to practice their profession as doctors and dentists among the group of Dutch. Two years later, back in Holland, the family was presented with the bill for the stay in Switzerland.

‘The Dutch officials had kept accurate records of what each family member had cost.’

‘These were, of course, astronomical amounts. The Dutch officials had kept accurate records of what each family member had cost. That bill was totally unexpected. When we returned to Holland in August, it was a huge letdown. We were taken to Eindhoven, to the Philips factories, there was a reception center there. We were checked again to see if we had lice. We were vaccinated again, and it was like taking a whole step back. We were not considered people coming back from civilized Switzerland. I thought, God, another internment camp and another quarantine. Then we could go to Rotterdam. We had to go to a shelter on the Heemraadssingel, because our house had been expropriated by the Germans and other people had moved in.’

 


 

Photo: You are not expected by anyone – Michal Citroen

When Richard van Dam arrived in Tilburg, he was received in a school together with Dutch people who had volunteered to work in Germany. This caused great tension with the group of ex-political prisoners, including Van Dam. The commander of the school thought there should be understanding for each other because the Netherlands had just been liberated.

‘But I had no understanding for anything and said, “Fuck you, man! I’m not going to sit in the same room with guys who volunteered to sign.” They didn’t understand that. The guy started screaming. There was no room and in Holland not everything had been funny either and we should be glad that we were helped at all! But we didn’t take it. The difference was so great from France and Belgium. It was such a disillusionment, being treated like that in Holland. We were troublesome and people didn’t understand that. But we had been cowed long enough.

Book:You are not expected by anyone – Michal Citroen

Contribution: historiek.net