Nederlands + English
Bron: Firm
Gods beloften geloven
De Bijbel staat vol met Gods beloften die ons kunnen bemoedigen in ons geloof. Geloof en hoop zijn immers afhankelijk van beloften – iets dat we verwachten, waar we naar uitkijken. Een belofte is een anker. Als we kunnen vertrouwen op een belofte die ons is gegeven, zal deze leven gevend worden. Een hoopvolle verwachting kan iemand vullen met vreugde en motivatie.
We weten dat we op de beloften van God kunnen vertrouwen. Hij is geen mens, dat Hij zou liegen (Numeri 23:19). En dat in alle gevallen de woorden van de Heer waar zijn, ook al is ieder mens een leugenaar. (Romeinen 3:4). Als we op Gods beloften vertrouwen, weten we dat:
“De hoop stelt niet teleur, omdat de liefde van God in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest die ons werd gegeven” (Romeinen 5:5).
Wat belooft God ons?
Het woord “belofte” kan gelijkstaan aan een verklaring of toezegging. Het was bindend in Bijbelse tijden. En nog steeds kan het in bepaalde culturen wettelijk bindend zijn. Volgens het Engelse woordenboek geeft een belofte de ontvanger van een belofte het recht om de uitvoering of verdraagzaamheid van een bepaalde handeling te verwachten of op te eisen.
Het doen van een belofte schept grond voor de verwachting van succes, verbetering of uitmuntendheid. Het is een zekerheid. Het is niet verwonderlijk dat het hoop geeft, geloof opbouwt en optimisme aanmoedigt.
In de Hebreeuwse Bijbel komt het woord “belofte” meer dan 50 keer voor, en het Nieuwe Testament voegt daar nog eens 70+ aan toe. Maar dat is alleen het wóórd belofte. Als je de feitelijke beloften bekijkt, zul je, afhankelijk van de bron, ontdekken dat er bijna 9.000 beloften in het Woord van God staan! Sommigen zeggen dat het meer is dan 30.000 vervulde beloften, als je degenen meetelt die zijn gemaakt voor specifieke mensen.
Bijbelverzen over Gods beloften
Gezien het enorme aantal Bijbelse beloften, zou het dus onmogelijk zijn om ze hier op te sommen. John Bunyan schreef in zijn Pelgrimsreis:
“Het pad van het leven is zo dicht bezaaid met de beloften van God, dat het onmogelijk is om één stap te zetten zonder er op één te trappen.”
Wat echter belangrijk is om te onthouden, is het feit dat Gods beloften geloofwaardig en betrouwbaar zijn! Hebreeën 10:23 zegt: „Laten wij onwankelbaar vasthouden aan de belijdenis van ons geloof; want Hij die beloofd heeft is getrouw.’
Jezus beloofde dat hij ons nooit zal verlaten of in de steek zal laten (Hebreeën 13:15). En dat Hij bij ons is tot het einde der tijden (Mattheüs 28:20). Er wordt ons een plaats in de toekomende wereld beloofd, evenals de rijkdom en genade dat we mogen zitten met Jezus in de hemelse gewesten (Efeziërs 2:6).
We zijn gered door genade door geloof, wat ook een belofte is die God deed (Efeziërs 2:8). En aangezien er geen onwaarheid in God is, weten we dat die belofte waar is! Wij zijn het werk van de handen van de Heer, gemaakt voor goede werken die God heeft geschapen voordat we werden geboren (Efeziërs 2:10).
Gods beloften in de Bijbel
Samenvattend, God heeft ons enkele zeer fundamentele dingen beloofd waar we niet zonder zouden kunnen. Ze zijn essentieel voor ons bestaan en geven ons hoop voor de toekomst. Ons is beloofd:
- verlossing van het oordeel
- een plek in de komende wereld
- om te delen in geestelijke zegeningen van de Messias
- in de hemel zullen we een nieuwe naam hebben (Openbaring 2:17)
- we kunnen nooit gescheiden worden van de liefde van God (Romeinen 8:35-39)
- er zal geen lijden en pijn meer zijn in de komende wereld (Openbaring 21:4)
Deze beloften vormen de kern van ons geloof. God heeft de wereld zo liefgehad dat Hij duidelijk heeft gemaakt hoe we weer toegang tot Zijn aanwezigheid kunnen krijgen. Hij gaf zijn Zoon om ons met Hem te verenigen en ons uit te nodigen in Zijn Koninkrijk. Dat is het goede nieuws van het evangelie en de grote belofte die niet gebroken zal worden.
De beloften van God aan Israël
Als we het hebben over de beloften van God, moeten we een belangrijk feit erkennen. Voordat een van Zijn beloften kan worden toegepast op het Lichaam van de Messias, werden Gods beloften eerst aan Zijn volk Israël gegeven. En het is indrukwekkend hoe vaak God benadrukt dat Zijn beloften eeuwig zijn en eeuwig duren.
Het hele verhaal van redding draait om de geschiedenis van Israël, haar schepping, verlossing en herstel. Gods macht en kracht is duidelijk in Zijn eeuwige belofte aan Israël (voor het eerst uiteengezet in Genesis 12:1-3). Daar belooft de Heer dat Hij van Abram een groot volk zal maken en hem zal zegenen.
Later, in Deuteronomium 30:3-5, belooft God aan Israël een specifiek land – je raadt het al! Vanaf dat moment kennen we het als het Beloofde Land. De Heer zei dat Hij zijn volk naar het land zou brengen dat Hij had uitgekozen, en dat Hij hun nakomelingen voorspoedig zou maken.
Van Joden tot heidenen
In de boeken van Mozes kunnen we beloften lezen dat de Heer de God van Israël zal zijn, en dat zij Zijn speciale schat op de hele aarde zullen zijn. Israël is Gods eigen bezit. God belooft ook dat de Messias uit Israël zou komen, uit de koninklijke Davidische lijn. (Jesaja 11:1, Genesis 3:5, Jesaja 7:14)
De apostel Paulus belooft dat de toekomstige hoop op Israëls redding zeker is en dat God Zijn beloften zal nakomen (Romeinen 9-11). We zien een revolutie na de uitstorting van de Heilige Geest. Dit is wanneer de heidenen als het ware aan tafel worden uitgenodigd.
Een openbaring komt over de eerste kerk dat veel van Gods beloften voor de hele wereld zijn. Heidenen worden verwelkomd in de familie van God door geloof in Jezus. Hij verleent hen volledige toegang tot de troon van genade, net als aan het Joodse volk (Mattheüs 8:5-13).
Gods beloften aan de heidenen
Net zoals God speciale beloften deed aan het Joodse volk, beloofde Hij ook een plaats binnen Zijn familie aan de heidenen. Ze werden geënt op de “wilde olijf” dat op Israël en het Joodse volk slaat (Romeinen 11:17) .
Het Woord van God laat echter duidelijk Gods hart zien voor alle naties en alle mensen – lang voordat Jezus werd gekruisigd en opstond uit de dood. Vóór koningen en koninginnen, voordat God Israël koos, zelfs voordat God Abraham tot Zijn vriend maakte, gaf God een belofte aan de hele mensheid.
Herinner je je het verhaal van Noach nog? Al vroeg in de wereldgeschiedenis redt God op wonderbaarlijke wijze Noach en zijn gezin. Zij waren de enige mensen op aarde die een overstroming overleefden. En toen verscheen God in de natuur om een boodschap te sturen. Hij gaf de mensheid een belofte in de regenboog.
“ Ik plaats Mijn regenboog in de wolk, en het zal staan voor het teken van het verbond tussen Mij en de aarde. … De regenboog zal in de wolk zijn, en ik zal ernaar kijken om het eeuwige verbond tussen God en elk levend wezen van alle vlees dat op aarde is te herinneren. En God zei tegen Noach: “Dit is het teken van het verbond dat Ik gesloten heb tussen Mij en alle vlees dat op aarde is.” (Genesis 9:13,16-17)
De beloften van God zijn Ja en Amen
In al Gods goedheid weten we dat Hij voor ons is en dat zijn beloften waar zijn. Een mooie bevestiging daarvan zien we in de brief van Paulus aan de Korintiërs: “Want al de beloften van God zijn in Hem ja, en in Hem amen, tot eer van God door ons heen.” (1 Kor. 1:20).
Maar wat betekent het, dat Zijn beloften ja en amen zijn?
Het betekent niet dat Hij ja zegt op elk verzoek dat we naar de hemel mogen uiten. Als je naar de Griekse vertaling zou kijken, zou het je opvallen dat wat Paulus in wezen zegt, is dat Gods beloften altijd zeker en vast zijn.
Gods beloften zijn “ja en amen” omdat ze onwrikbaar, onveranderlijk en levend in ons zijn. Zijn “Ja” is een uitspraak ten leve. En Jezus’ “Amen” is een verzekering dat wat Hij beloofde zal gebeuren.
Bidden met Gods beloften
Telkens wanneer we het gevoel hebben dat we de hoop hebben verloren, kunnen we ons wenden tot Gods belofte dat zijn barmhartigheden elke ochtend nieuw zijn. Jezus is dezelfde gisteren, vandaag en voor altijd, wat een andere belofte van God is. We kunnen onze dagelijkse hoop vestigen op een onveranderlijke Messias.
Als we de beloften van God over onszelf bidden, versterken ze ons geloof. We vinden in hen de zekerheid van onze identiteit in Jezus. Dat stelt ons op zijn beurt in staat stand te houden tegen het kwaad en de werken van de duivel. De auteur van Hebreeën 11:1 (HSV) vertelt ons dat,
“…Het geloof nu is een vaste grond van dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.”
Omdat dit zo is, houden we vast aan de inhoud van hoop… dat wat we niet zien, door de belofte van het Woord. We kunnen Gods beloften aan de hoogste standaard en verwachting koppelen. Omdat Zijn plannen en doeleinden onveranderlijk zijn, en Hij zelf verandert niet.
Hij is de Voleinder van ons Geloof
Alles wat we tegenkomen in het leven, of in de wereld als geheel, valt niet buiten Gods plan of voorkennis. Aan deze kant van de hemel hebben we te maken met tegenstand vanwege ons geloof. Zowel vanuit onze zondige natuur als vanuit de externe druk van de wereld. Maar we worden gesterkt in onze innerlijke mens als we bidden met de beloften van God in ons hart.
We hebben de kracht in ons hart en staan stevig in ons vertrouwen in de Messias. En we plaatsen onze identiteit in Hem als verlost, geheiligd, zegevierend en gezeten met Hem in de hemelse gewesten.
“Maar als de Geest van Hem die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, zal Hij die Christus Jezus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest die in u woont.” (Romeinen 8:11)
*************************************************
ENGLISH
Source: Firm
Believing God’s Promises
The Bible is full of God’s promises that can encourage us in our faith. After all, faith and hope are dependent on promises – something that we expect, look forward to. A promise is an anchor. If we can trust a promise that we have been given, it will become life-giving. A hopeful expectancy can fill one with joy and motivation.
We know we can trust the promises of God. He is not a man, that He would lie (Numbers 23:19). And that in all cases, the words of the Lord stand true, though every man be a liar. (Romans 3:4). When we trust God’s promises, we know that:
“Hope does not disappoint, because the love of God has been poured out in our hearts by the Holy Spirit who was given to us” (Romans. 5:5).
What does God promise us?
The word “promise” can equate to a declaration or commitment. It was binding in Biblical times. And still today, it can be legally binding in certain cultures. According to the English dictionary, a promise gives the receiver of a promise a right to expect or to claim the performance or forbearance of a specified act.
Making a promise gives ground for expectation of success, improvement, or excellence. It is an assurance. Unsurprisingly, it gives hope, builds faith, and encourages optimism.
In the Hebrew Bible, the word “promise” appears over 50 times, and the New Testament adds another 70+ to that. But that’s just the word alone. If you consider the actual promises, depending on the source, you will discover that there are close to 9,000 promises in the Word of God! Some say it’s more like 30,000, if you include ones made to specific people that were fulfilled.
Bible Verses about God’s Promises
Thus, considering the vast number of biblical promises, it would be impossible to list them here. The author of The Pilgrims Progress, John Bunyan wrote:
“The pathway of life is strewn so thickly with the promises of God, that it is impossible to take one step without treading upon one of them.”
What is important to remember, however, is the fact that God’s promises are trustworthy and dependable! Hebrews 10:23 says: “Let us hold fast the profession of our faith without wavering; for He is faithful that hath promised.”
Jesus promised that he will never leave us nor forsake us (Hebrews 13:15). And that He is with us unto the end of age (Matthew 28:20). We are promised a place in the world to come, as well as the riches and grace of being seated with Jesus in heavenly places (Ephesians 2:6).
We are saved by grace through faith, which is also a promise that God made (Ephesians 2:8). And since there is no falsehood in God, we know that promise is true! We are the work of the Lord’s hands, created for good works which God created before we were born (Ephesians 2:10).
God’s Promises in the Bible
In summary, we are promised by God some very foundational things that we could not live without. They are essential to our existence and give us hope for the future. We are promised:
- salvation from judgement
- a place in the world to come
- to share in spiritual blessings with the Messiah
- in Heaven, we will have a new name (Revelation 2:17)
- we can never be separated from the love of God (Romans 8:35-39)
- there will be no more suffering and pain in the world to come (Revelation 21:4)
These promises are at the core of our faith. God has so loved the world that He made it clear how we can regain access to His presence. He gave His Son to unite us with Himself and to invite us to His Kingdom. That is the Good News of the Gospel and the great promise that will not be broken.
The Promises of God to Israel
When we talk about the promises of God, we have to acknowledge an important fact. Before any of His promises can be applied to the Body of Messiah, God’s promises were first given to His people Israel. And it is impressive how often God stresses the fact that His promises are eternal and last forever.
The whole story of salvation centers around the history of Israel, her creation, redemption and restoration. God’s might and power is evident in His everlasting promise to Israel (first laid out in Genesis 12:1-3). There, the Lord promises He will make Abram into a great nation and will bless him.
Later on, in Deuteronomy 30:3-5, God promises to Israel a specific land – you guessed it! From that moment on, we know it as the Promised Land. The Lord said He would bring his people to the land He chose, and He would make their descendants prosperous.
From Jews to the Gentiles
Throughout the books of Moses, we can read promises that the Lord will be Israel’s God, and they will be His special treasure in all of the earth. Israel is God’s very own possession. God also promises that the Messiah would come out of Israel, out of the kingly Davidic line. (Isaiah 11:1, Genesis 3:5, Isaiah 7:14)
The Apostle Paul promises that the future hope for Israel’s salvation is sure and that God will make good on His promises (Romans 9-11). We see a revolution after the outpouring of the Holy Spirit. This is when the gentiles are invited to the table, so to speak.
A revelation comes over the first church that many of God’s promises are for the whole world. Gentiles are welcomed into the family of God through faith in Jesus. He grants them full access to the throne of grace, just like to the Jewish people (Matthew 8:5-13).
God’s Promises to the Gentiles
Just as God gave special promises to the Jewish people, He also promised a place within His family to the gentiles. They were grafted in to the “wild olive branches” which is Israel and the Jewish people (Romans 11:17).
However, the Word of God clearly shows God’s heart for all nations and all people—long centuries before Jesus was crucified and rose from the dead. Before kings and queens, before God chose Israel, even before God made Abraham His friend, God gave a promise to all mankind.
Do you remember the story of Noah? Early on in world history, God miraculously saves Noah and his family. They were the only humans on earth to survive a flood. And that is when God showed up in nature to send a message. He gave mankind a promise in the rainbow.
“I set My rainbow in the cloud, and it shall be for the sign of the covenant between Me and the earth. …The rainbow shall be in the cloud, and I will look on it to remember the everlasting covenant between God and every living creature of all flesh that is on the earth. And God said to Noah, “This is the sign of the covenant which I have established between Me and all flesh that is on the earth.” (Genesis 9:13,16-17)
The Promises of God are Yes and Amen
In all God’s goodness, we know that He is for us and His promises are true. We see a beautiful confirmation of that in Paul’s letter to Corinthians: “For all the promises of God in Him are Yes, and in Him Amen, to the glory of God through us.” (1 Cor. 1:20).
But what does it mean, that His promises are yes and amen?
It does not mean that He says yes to any request we may utter towards the heavens. If you’d consider the Greek language, you’d notice that what Paul is essentially saying is that God’s promises are always sure and firm.
God’s promises are “yes and amen” because they are unwavering, unchangeable and alive in us. His “Yes” is a declaration of life. And Jesus’ “Amen” is an assurance that what He promised, will come to pass.
Praying with God’s Promises
Whenever we feel like we have lost hope, we can turn to God’s promise that His mercies are new every morning. Jesus is the same yesterday, today and forever, which is another promise of God. We can put our daily hope in an unchangeable Messiah.
When we pray the promises of God over ourselves, they strengthen our faith. We find in them the assurance of our identity in Jesus. Which in turn enables us to stand firm against evil and the works of the devil. The author of Hebrews 11:1 tells us that,
“…Faith is the substance of things hoped for, the evidence of things not seen.”
This being so, we hold on to the substance of hope… that which we do not see, through the promise of the Word. We can hold God’s promises to the highest standard and expectation. Because His plans and purposes are unchanging, and He himself, does not change.
He is the Finisher of our Faith
Anything we face in life, or in the world at large, is not outside of God’s plan or foreknowledge. On this side of heaven, we face opposition for our faith. Both from within our sinful nature and from the external pressures of the world. But we are strengthened in our inner man when we pray through the promises of God.
We have the strength in our heart and stand firm in our confidence in Messiah. And place in our identity in Him as redeemed, sanctified, victorious and seated with him in heavenly places.
“But if the Spirit of Him who raised Jesus from the dead dwells in you, He who raised Christ Jesus from the dead will also give life to your mortal bodies through His Spirit who dwells in you.” (Romans 8:11)