Jom Kipoer (voluit Jom ha-Kippoeriem = Dag van de Vergevingen) is de heiligste dag van het joodse jaar en daarmee de belangrijkste joodse feestdag. Jom Kippoer heet ook wel de Grote Verzoendag. Op deze dag vragen joden aan God vergiffenis voor de fouten die zij hebben gemaakt. Voor de dag begint hebben ze zich bij vrienden, familieleden en kennissen verontschuldigd en vergeving gevraagd. Op deze dag beslist God over het lot van de mensen in het komende jaar.
Sinds de dagen van Mosjé is dit de meest heilige dag op de Bijbels/Joodse kalender. Een dag van verzoening en vergeving van zonden. Het woord ‘verzoenen’ betekent in het Hebreeuws ‘bedekken, opheffen’. Volgens Leviticus 17:11 is er geen vergeving zonder het vergieten van bloed. De dierenoffers onder het oude verbond verwijzen naar het volmaakte offer van Yeshua haMasjiach.
Op Jom Kipoer is het verboden om te eten en te drinken, zich te wassen en seksuele omgang te hebben. Ook mag de orthodoxe jood geen leren schoenen dragen. Zo laat hij zien dat hij de heiligheid van de aarde respecteert.
De viering van Jom Kipoer is plechtig maar niet sober, want het nieuwe jaar geeft kansen om alles beter te doen. Er wordt gedurende meer dan een etmaal gevast, zowel wat eten als wat drinken betreft. Het is gebruikelijk op deze dag naar de synagoge te gaan.
Jom Kipoer of Grote Verzoendag wordt als de belangrijkste feestdag beschouwd in het jodendom. Het was de ene dag in het jaar, dat de hogepriester de allerheiligste plaats in de tempel te Jeruzalem betrad. Het feest wordt beschreven in Tenach en dus de Bijbel, in het boek Numeri (Bamidbar) 29:7.
De dag valt op de 10e van de maand Tisjri in de joodse kalender. Doordat dit een maankalender is, vallen joodse feestdagen zoals Jom Kipoer steeds op verschillende data van de Gregoriaanse kalender. Het joodse etmaal en dus iedere feest- en gedenkdag loopt van zonsondergang tot zonsondergang, dus heeft de dag achtereenvolgens een avond, nacht, morgen, middag en namiddag. Men houdt zich aan beperkingen zoals vasten en niet-werken van begin zonsondergang tot einde zonsondergang – drie sterren in de hemel – op de volgende dag.
Op de avond van Jom Kipoer is het Kol Nidrei (Alle Geloften) waarop het Kol Nidrei-gebed wordt uitgesproken. In het gebed wordt spijt betuigd over de verkeerde daden die mensen in het voorgaande jaar hebben gedaan, de zonden ten aanzien van de Schepper. Het Aramese Kol Nidrei betekent letterlijk ‘alle eden’: men bezint zich ook over alle eden en beloftes waaraan men tekortgeschoten is, en spreekt de wens uit in het gebed dat waar dit het geval is, dit tenietgedaan mag worden. Dit betreft nooit geloften die tussen mensen gedaan zijn, zoals zaken die contractueel zijn vastgelegd, enkel zaken tussen de mens en de Schepper. Het besef en bekennen van het eigen falen staat tijdens Jom Kipoer centraal.
In de Tenach staat beschreven, dat de hogepriester op deze dag een geitje offerde, en dat het lot een geitje koos om (symbolisch) de zonden te dragen van het volk, dat vervolgens de stad uit werd geleid en daar in de woestijn vrijgelaten werd. Het begrip zondebok dat de Nederlandse taal kent, en ‘scape goat’ in het Engels, is afkomstig van dit ritueel.
Diensten of onderdelen van de dienst op de dag zelf zijn de Sjachariet, de Moesaf, de Mincha en de slotdienst, de Ne’ila. Onderdeel van de dienst is de lezing van het boek Jona: de profeet Jona probeerde onder zijn verplichtingen ten aanzien van God uit te komen, wat hem niet lukte.
Op Jom Kipoer wordt niet gewerkt. Verder wordt er gedurende meer dan een etmaal gevast, zowel wat eten als wat drinken betreft, en sober geleefd, men onthoudt zich ook van seksuele omgang. Het is gebruikelijk op de dag naar de synagoge te gaan, waar een lange dienst wordt gehouden die een groot deel van de dag duurt. Verder wordt veel witte kleding gedragen als symbool voor onschuld of zuiverheid. Ergens aan het einde van de dag is er een dodenherdenking. Vaak worden hierbij ook de slachtoffers van de sho’ah herdacht.
Aan het eind van de dienst in de synagoge bij zonsondergang, de Ne’ila, wordt na het ne’ilagebed de lang aangehouden tekia op de sjofar geblazen. Hiermee wordt het feest besloten, en een soort nieuw begin ingeluid
Bijbelteksten
- Lev.23:26-32. 26 de Eeuwige sprak tot Mozes: 27 Alleen op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag. U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen en de Eeuwige een vuuroffer aanbieden. 28 Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag, om voor het aangezicht van de Eeuwige, uw God, verzoening voor u te doen. 29 Voorzeker, iedere persoon die zich op diezelfde dag niet verootmoedigt, moet van zijn volksgenoten worden afgesneden. 30 En elke persoon die op diezelfde dag enig werk verricht, die persoon zal Ik uit het midden van zijn volk ombrengen. 31 U mag geen enkel werk doen. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden. 32 Het moet voor u een sabbat zijn, een dag van volledige rust, en u moet uzelf verootmoedigen. ’s Avonds, op de negende dag van de maand, moet u uw sabbat vieren, vanaf de avond tot aan de volgende avond.
Alle niet beleden zonden worden kwijt gescholden, op basis van het vergoten bloed van het lam, en weggedragen door het andere lam. Lev.16. Zo ook op het bloed van Jesjoea, Hebr.9, de Hebreeën brief als geheel. Nationale vergeving van zonden, verzoening met Israel. Zach.3:9.
Bijbelteksten Nieuwe Testament
Nieuw verbond met Juda en Israel,
- Hebr.8:8-12, 8 Want hen berispend zegt Hij tegen hen: Zie, de dagen komen, spreekt de Heere, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, 9 niet overeenkomstig het verbond dat Ik met hun vade-ren gesloten heb, op de dag toen Ik hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte uit te leiden. Want zij bleven niet in Mijn verbond en Ik heb geen acht meer op hen geslagen, zegt de Heere. 10 Want dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. 11 En zij zullen beslist niet ieder zijn naaste en ieder zijn broeder onderwijzen en zeggen: Ken de Heere. Want zij allen zullen Mij kennen, van klein tot groot onder hen. 12 Want Ik zal wat hun ongerechtigheden betreft genadig zijn en aan hun zonden en hun wetteloos gedrag beslist niet meer denken.
Jer.31:31-34, Ezech.36:25-27. De Satan zal 1000 jaar gebonden worden,
- Opb.20:2, En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar.
Na zeven sabbatsjaren, na 49 jaar, volgt het 50e jaar, het Jubeljaar dat ook op deze dag begint, Lev.25:9-17,
- Luc.4:17-21, 17 En aan Hem werd het boek van de profeet Jesaja gegeven, en toen Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats waar geschreven stond: 18 De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, 19 om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken. 20 En toen Hij het boek dichtgedaan en aan de dienaar teruggegeven had, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gevestigd. 21 Hij begon tegen hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan.