Illustratief – een olijfboom in Israël. (Foto: Nati Shohat/Flash90)
Illustrative – an olive tree in Israel. (Photo: Nati Shohat/Flash90)

Nederlands + English

Onderzoekers van de Tel Aviv en Hebreeuwse universiteit zeggen dat deze bomen met opzet 7000 jaar geleden zijn geplant

Door: Allisrael News – Maayan Hoffman

Onderzoekers van Tel Aviv en Hebreeuwse universiteiten ontdekten het vroegste bewijs voor de aanplant van fruitbomen in Israël – op de Chalcolithische plek van Tel Tsaf in de Jordaanvallei.

Hun bevindingen zijn donderdag gepubliceerd in Nature’s Scientific Reports .

Het team analyseerde met name overblijfselen van houtskool die in het gebied werden gevonden en stelde vast dat ze afkomstig waren van olijfbomen, die van nature niet in de Jordaanvallei groeiden. Als zodanig trokken ze de conclusie dat de bewoners die bomen opzettelijk 7000 jaar geleden hebben geplant.

“Olijfbomen groeien in het wild in het land van Israël, maar ze groeien niet in de Jordaanvallei”, wordt uitgelegd door Dr. Dafna Langgut van de Jacob M. Alkow Department of Archaeology and Ancient Near Eastern Cultures en van het Steinhardt Museum of Natural History van de Universiteit van Tel Aviv. “Dit betekent dat iemand ze met opzet daarheen heeft gebracht. De kennis over en de plant zelf is naar een plek gebracht die buiten zijn natuurlijke habitat ligt.

“In de archeobotanie wordt dit beschouwd als het onbetwistbare bewijs van domesticatie, wat betekent dat we hier het vroegste bewijs hebben van de bewuste aanplant van de olijf, waar ook ter wereld,” zei ze.

Naast de overblijfselen van olijfbomen ontdekte haar team houtskool van jonge vijgentakken. Er groeiden wel vijgenbomen in de vallei, maar de takken zouden van weinig nut zijn geweest voor iets praktisch, zoals voor brandhout of voor de bouw.

“Blijkbaar waren deze vijgetakken het resultaat van snoeien, een methode die vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt om de opbrengst van fruitbomen te verhogen,” zei Langgut.

De houtskoolresten werden gevonden in de archeologische opgraving onder leiding van Prof. Yosef Garfinkel van het Instituut voor Archeologie van de Hebreeuwse Universiteit. Het laboratorium van Langgut is gespecialiseerd in de microscopische identificatie van plantenresten. Ze zei dat bomen, zelfs als ze worden afgebrand tot houtskool, kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van hun anatomische structuur.

7.000 jaar oude haard is een overblijfsel in het dorp Tel Tsaf
(Foto: Prof. Yosef Garfinkel)

Zo kon het team vaststellen dat ze oude olijf- en vijgenbomen hadden ontdekt.

“Toen we de houtskool op de locatie vonden, brachten we ze naar mijn laboratorium”, vertelde Langgut aan ALL ISRAEL NEWS. “We hebben gekeken naar het verschillend formaat dat het houtskool heeft om de anatomische structuur van het hout te zien. Elke soort heeft zijn eigen unieke kenmerken die kunnen worden geïdentificeerd en gedefinieerd.”

Om de leeftijd van de bomen vast te stellen zijn de overblijfselen naar de Verenigde Staten verscheept, waar ze radiokoolstofdatering hebben ondergaan. Daar wordt de hoeveelheid koolstof-14 in een monster gemeten om de objectieve schatting van de leeftijd te verkrijgen.

Langgut bestudeert al jaren oude vegetatie in Israël, ook op locaties die zo ver teruggaan als 1,5 miljoen jaar geleden. Ze vertelde ALL ISRAEL NEWS dat ze er zeker van is dat er tot nu toe geen oudere gedomesticeerde plant in het land is gevonden.

Tot nu toe werd gesuggereerd dat mensen tussen 6.000 en 6.500 jaar geleden begonnen met het verbouwen van fruitbomen. Deze ontdekking is dus honderden jaren ouder dan die schatting.

Aan de andere kant hebben wetenschappers veel overblijfselen van fruitbomen gevonden in het oude Israël van ongeveer 5000 jaar oud, voegde Langgut eraan toe.

“Dit betekent dat het [gedomesticeerde product] toen al goed ingeburgerd was,” zei Langgut. “Naar mijn mening heeft de tuinbouw die 7.000 jaar geleden begon, geleid tot het proces van verstedelijking in de regio.”

OVER TEL TSAF

De Tel Tsaf ligt ten zuiden van Beit She’an, legde Garfinkel uit.

Archeologen hebben uitgevonden dat het een welvarend gebied was, met grote huizen en binnenplaatsen, zoals op die plek werd ontdekt. Er waren ook verschillende graanschuren voor de opslag van gewassen.

“De opslagcapaciteit was tot 20 keer groter dan het calorieverbruik van een enkel gezin, dus duidelijk waren dit bergplaatsen voor het opslaan van grote rijkdom,” zei Garfinkel. “De rijkdom van het dorp kwam tot uiting in de productie van gedetailleerd aardewerk, opmerkelijk vaardig beschilderd. Bovendien vonden we artikelen die van ver waren meegebracht: aardewerk van de Ubaid-cultuur uit Mesopotamië, obsidiaan uit Anatolië, een koperen priem uit de Kaukasus en meer.”

Gebouwen en ronde silo’s bij het dorp Tel Tsaf
(Foto: Prof. Yosef Garfinkel)

Langgut zei dat het mogelijk is dat de inwoners van Tel Tsaf handelden in producten die afkomstig waren van de fruitbomen, zoals olijven en olijfolie.

“Dergelijke producten hebben mogelijk langeafstandshandel mogelijk gemaakt die heeft geleid tot de accumulatie van materiële rijkdom en mogelijk zelfs tot belastingen – de eerste stappen om van de lokale bevolking een samenleving te maken met een sociaaleconomische hiërarchie die wordt ondersteund door een administratief systeem”, aldus Langgut.

“De aanplant van fruitbomen is een proces dat vele jaren in beslag neemt en daarom past bij een samenleving met overvloed, in plaats van een die worstelt om te overleven,” vervolgde ze. “Bomen geven pas drie tot vier jaar nadat ze zijn geplant vrucht. Fruitbomen vereisen een substantiële initiële investering en leven daarna voor een lange tijd. Ze hebben een grote economische en sociale betekenis in termen van het bezitten van land en het nalaten ervan aan toekomstige generaties – procedures die het begin van een complexe samenleving suggereren.”

“Als je een olijfboomgaard plant, kunnen de bomen honderden jaren leven. Het betekent dat u niet alleen zult genieten van de producten van de boomgaard, maar ook uw kinderen en hun kinderen.”

De gemeenschap van Tel Tsaf bestond duizenden jaren eerder dan de Bijbelse periode – tussen ongeveer 1200 en 165 v.Chr., dus deze eerste bomen waren niet direct verbonden met de Bijbelse mandaten die gericht zijn op olijven – een van de zeven heilige soorten – merkte Langgut op.

“Misschien zijn echter ‘de wortels’ van het belang van deze fruitboom al 7000 jaar geleden geplant”, zei ze.

 

 

ENGLISH

Tel Aviv and Hebrew university researchers say these trees were intentionally planted 7,000 years ago

By: Allisrael News – Maayan Hoffman

Researchers from Tel Aviv and Hebrew universities discovered the earliest evidence for the domestication of fruit trees in Israel – in the Chalcolithic site of Tel Tsaf in the Jordan Valley.

Their findings were published Thursday in Nature’s Scientific Reports.

Specifically, the team analyzed remnants of charcoal found in the area and determined they came from olive trees, which did not grow naturally in the Jordan Valley. As such, they decided that the inhabitants intentionally planted those trees 7,000 years ago.

“Olive trees grow in the wild in the land of Israel, but they do not grow in the Jordan Valley,” explained Dr. Dafna Langgut of the Jacob M. Alkow Department of Archaeology and Ancient Near Eastern Cultures and the Steinhardt Museum of Natural History at Tel Aviv University. “This means that someone brought them there intentionally – took the knowledge and the plant itself to a place that is outside its natural habitat.

“In archaeobotany, this is considered indisputable proof of domestication, which means that we have here the earliest evidence of the olive’s domestication anywhere in the world,” she said.

In addition to the olive tree remnants, her team discovered charcoal from young fig branches. Fig trees did grow in the valley, but the branches would have been of little use for anything practical, such as firewood or building.

“Apparently, these fig branches resulted from pruning, a method still used today to increase the yield of fruit trees,” Langgut said.

The charcoal remnants were found in the archaeological excavation directed by Prof. Yosef Garfinkel of the Institute of Archaeology at Hebrew University. Langgut’s lab specializes in the microscopic identification of plant remains. She said that trees, even when they are burned down to charcoal, can be identified by their anatomic structure.

7,000 year-old hearth remains at the village of Tel Tsaf
(Photo: Prof. Yosef Garfinkel)

That’s how the team could determine they had discovered ancient olive and fig trees.

“When we found the charcoal at the site we brought them to my lab,” Langgut told ALL ISRAEL NEWS. “We looked at various dimensions that the charcoal has in order to see the anatomical structure of the wood. Each species has its own unique features that can be identified and define that species.”

To date the trees they shipped the remnants to the United States where they underwent radiocarbon dating, which measures the amount of carbon-14 in a sample to supply objective age estimates.

Langgut has been studying ancient vegetation in Israel for years, including at sites dated as far back as 1.5 million years ago. She told ALL ISRAEL NEWS she is confident no older domesticated plant has been found in the country to date.

Until now, it was suggested that between 6,000 and 6,500 years ago people started cultivating fruit trees. So, this discovery predates that estimate by several hundreds of years.

On the other hand, scientists have found lots of fruit tree remains in ancient Israel dating back around 5,000 years, Langgut added.

“This means that it [domesticated produce] was already well established by then,” Langgut said. “In my opinion, the horticulture that began 7,000 years ago led to the process of urbanization in the region.”

ABOUT TEL TSAF

The Tel Tsaf is located south of Beit She’an, Garfinkel explained.

Archaeologists understand it to have been a wealthy area, with large houses and courtyards, as were discovered at the site. There were also several granaries for storing crops.

“Storage capacities were up to 20 times greater than any single family’s calorie consumption, so clearly these were caches for storing great wealth,” Garfinkel said. “The wealth of the village was manifested in the production of elaborate pottery, painted with remarkable skill. In addition, we found articles brought from afar: pottery of the Ubaid culture from Mesopotamia, obsidian from Anatolia, a copper awl from the Caucasus, and more.”

Buildings and rounded siloes at the village of Tel Tsaf
(Photo: Prof. Yosef Garfinkel)

Langgut said that it is possible the residents of Tel Tsaf traded in products derived from the fruit trees, such as olives and olive oil.

“Such products may have enabled long-distance trade that led to the accumulation of material wealth, and possibly even taxation – initial steps in turning the locals into a society with a socio-economic hierarchy supported by an administrative system,” according to Langgut.

“The domestication of fruit trees is a process that takes many years, and therefore befits a society of plenty, rather than one that struggles to survive,” she continued. “Trees give fruit only three to four years after being planted. Since groves of fruit trees require a substantial initial investment and then live on for a long time, they have great economic and social significance in terms of owning land and bequeathing it to future generations – procedures suggesting the beginnings of a complex society.”

“If you plant an olive orchard, the trees can live for hundreds of years. It means that not only will you enjoy the products of the orchard, but your children and their children.”

The Tel Tsaf community preceded the biblical period – between about 1200 and 165 B.C. – by several thousand years, so these first trees were not directly connected to the biblical mandates that center on olives – one of the seven holy species – Langgut noted.

However, “maybe the roots of the importance of this fruit tree were planted 7,000 years,” she said.