Israëlische luchtmacht F-16 straaljagers, 9 mei 2019. Foto door Moshe Shai/Flash90
Israeli Air Force F-16 fighter jets, May 9, 2019. Photo by Moshe Shai/Flash90..

Nederlands + English

Israël moet zijn acties voortzetten om Iraanse inspanningen te verstoren om wapens van hoge kwaliteit naar Syrië te smokkelen die dan in de handen van Hezbollah-operatives in Libanon komen, vertelde het hoofd van watchdog bij een Israëlische defensie waakhond organisatie aan JNS

Door JNS – Yaakov Lappin

Een dag nadat internationale media meldden dat Israëlische straaljagers een doel troffen in Syrië’s Palmyra regio, in de buurt van de Syrische T4 militaire luchtmachtbasis, merkte Maj. (res.) Tal Beeri, hoofd van de onderzoeksafdeling van het Alma Center, op dat de campagne tussen de oorlogen – de term die wordt gebruikt door Israël’s defensie-instituut om de voortdurende inspanningen te beschrijven om tegenstanders te verstoren bij het opbouwen van hun strijdkrachten – “er altijd zal zijn. Het is gebaseerd op nauwkeurige inlichtingen. Zolang die er zijn, moet de campagne doorgaan, en niet worden gestopt. In wezen is het een kwestie van wie het eerst met zijn ogen knippert.

Israël moet doorgaan met “het maaien van het gras”,(een Engels uitdrukking dat betekent het maaien van het gras bij een ander) aldus Beeri, die 20 jaar in dienst was van de militaire inlichtingendienst van de Israëlische defensiemacht.

Het moet doorgaan met “het verstoren van pogingen van Iran om wapens te smokkelen. Soms kan dit met hoge intensiteit en soms met lagere intensiteit,” voegde hij eraan toe.

Het vermogen van de Israëlische ontwrichtingscampagne om “zich aan te passen aan de realiteit en relevant te zijn” is van vitaal belang, benadrukte Beeri.

Een in Groot-Brittannië gevestigde oorlogsmonitor zei dat de vermeende Israëlische luchtaanval op woensdagavond een Syrische soldaat en drie pro-Iraanse strijders doodde. Het Syrische staatspersbureau SANA zei dat de aanval plaatsvond in Palmyra, en dat een soldaat werd gedood en drie andere mensen gewond raakten.

“Om ongeveer 23:34 (2034 GMT) voerde de Israëlische vijand een luchtaanval uit … op het gebied van Palmyra waarbij een communicatietoren en verschillende posities in de omgeving ervan werden bestookt,” vertelde de bron aan SANA.

Het Syrische Observatorium voor Mensenrechten, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, zei dat meerdere Iraanse posities werden geraakt, waaronder een communicatietoren in de buurt van de T4 luchtmachtbasis.

Vorige week zei het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten dat een Israëlische raketaanval op dezelfde luchtmachtbasis twee pro-Iraanse buitenlandse strijders doodde, terwijl SANA meldde dat zes soldaten bij dat incident gewond raakten.

Satellietbeelden bevestigden de aanvallen op de luchthaven T4 van de aanval van vorige week, zei Beeri.

Wat betreft het incident van 13 oktober, zei Beeri dat de rapporten minder gedetailleerd waren over de exacte locatie van de aanvallen, maar merkte op dat Palmyra het “hart is van de grondcorridor van de radicale Iraanse Shi’itische as”.

De grondcorridor, die gebruikt wordt om wapens en personeel over land Syrië binnen te brengen, begint bij de Syrische grensstad Albukamaal met Irak, waar Iran zijn basis Imam Ali heeft gebouwd en die de afgelopen jaren meerdere malen is getroffen. De corridor loopt dan noordwaarts langs Syrische wegen, en vervolgens westwaarts naar Palmyra en Homs, aldus Beeri.

“Homs is een centraal gebied voor de opslag van wapens. Van daaruit worden de wapens naar Libanon vervoerd,” zei hij.

Maar de T4 luchtmachtbasis zou ook wapens kunnen ontvangen van Damascus International Airport via wegen, die gebruikt worden om de Iraanse militaire vracht te verplaatsen, voegde hij eraan toe.

De T4-luchtmachtbasis haalde in februari 2018 de krantenkoppen toen de IAF een controlecabine trof die door Iraanse IRGC-leden werd gebruikt om een drone het Israëlische luchtruim in te sturen, die door de IAF werd neergeschoten.

“T4 staat bekend als een opslagcentrum,” zei Beeri, onder meer voor opslag op korte en langere termijn van Iraanse wapens die via de grondcorridor aankomen.

Tegelijkertijd landde een vlucht van Qeshm Air, eigendom van de IRGC, op woensdag in Damascus, uren voor de aanval, volgens berichten, en dat kan met de aanval te maken hebben gehad. “We weten niet wat er aan boord van dit vliegtuig was en of strijdkrachten op de grond niet in Damascus wilden opslaan, vanwege een werkhypothese dat het onmiddellijk zou worden aangevallen. De lading kan vanuit Damascus noordwaarts naar Palmyra zijn verplaatst,” verklaarde Beeri.

De aanval kan gericht zijn geweest op het verwijderen van gevaarlijke wapens uit de sector, zei hij, en degenen die naar verluidt zijn gedood, kunnen zich in de nabijheid van de wapens hebben bevonden, hetzij om ze te bewaken, te verplaatsen of te bedienen.

Iran en zijn strijdkrachten “moeten zich altijd achtervolgd voelen

Pro-Iraanse milities hebben donderdag gereageerd door te dreigen met een “zeer harde” reactie op de luchtaanvallen.

Een verklaring uitgebracht door de “Syrian Allies Operations Room” zei dat de aanval plaatsvond vanuit de richting van Jordanië en het Al-Tanf grensgebied van Syrië.

Beeri zei dat dergelijke dreigementen niet moeten worden afgedaan, en dat ervaring uit het verleden heeft geleerd dat dit niet altijd loze beloftes zijn.

“De bedreigingen zijn niet ongebruikelijk. In de loop der jaren zijn er herhaalde dreigementen geweest van Sji’itische milities in Syrië, en in sommige gevallen hebben ze die ook uitgevoerd,” zei hij. Het meest recente voorbeeld is het afvuren van raketten door Sji’itische milities in Syrië op de zuidelijke Golan-regio van Israël tijdens de escalatie met Gaza in mei.

Niettemin moet het voornemen van Iran om een oorlogsmachine in Syrië op te bouwen worden verstoord, benadrukte Beeri: Iran en zijn strijdkrachten in Syrië “moeten zich altijd achtervolgd voelen”.

 

*************************************
ENGLISH

Israel must continue its campaign to disrupt Iranian efforts to smuggle high-quality weapons into Syria and the hands of Hezbollah operatives in Lebanon, the head of research at an Israeli defense watchdog organization told JNS on Thursday.

By JNS – Yaakov Lappin

Speaking a day after international media reports said Israeli fighter jets struck a target in Syria’s Palmyra region, near the Syrian T4 military airbase, Maj. (res.) Tal Beeri, head of the research department at the Alma Center, noted that the campaign between the wars—the term used by Israel’s defense establishment to describe ongoing efforts to disrupt adversaries from building up their force—“will always be there. It is based on precise intelligence. So long as this exists, the campaign must continue, and not be stopped. Essentially, it is a question of who will blink first.”

Israel must continue “mowing the grass,” stated Beeri, who served for 20 years in the Military Intelligence Directorate of the Israel Defense Forces.

It must continue to “disrupt attempts by Iran to smuggle weaponry. Sometimes, this can be done at high intensity and sometimes at lower intensity,” he added.

The ability of Israel’s disruption campaign to “adapt itself to reality and be relevant” is vital, stressed Beeri.

A Britain-based war monitor said the alleged Israeli airstrike on Wednesday night killed one Syrian soldier and three pro-Iranian fighters. The Syrian state news agency SANA said the attack occurred in Palmyra, and that a soldier was killed and three other people wounded.

“At around 23:34 (2034 GMT) the Israeli enemy carried out an aerial aggression … on the area of Palmyra targeting a communication tower and several positions in its vicinity,” the source told SANA.

The Syrian Observatory for Human Rights, based in the United Kingdom, said multiple Iranian positions were hit, including a communications tower near the T4 airbase.

Last week, the Syrian Observatory for Human Rights said an Israeli missile strike on the same airbase killed two pro-Iranian foreign fighters, while SANA reported that six soldiers were wounded in that incident.

Satellite imagery confirmed strikes on the T4 airport from last week’s attack, said Beeri.

Addressing the Oct. 13 incident, Beeri said reports were less detailed about the exact location of the strikes, though noted the Palmyra is the “heart of the radical Iranian Shi’ite axis’s ground corridor.”

The ground corridor, used for moving weapons and personnel into Syria by land, begins at the Albukamaal Syrian border city with Iraq, where Iran built its Imam Ali base and which has been hit multiple times in recent years. The corridor then moves north along Syrian roads, and then west to Palmyra and Homs, said Beeri.

“Homs is a central area for weapons storage. From there, the weapons are moved to Lebanon,” he said.

However, the T4 airbase could also receive weapons from Damascus International Airport via roads, used to move the Iranian military cargo, he added.

The T4 airbase made headlines in February 2018 when the IAF struck a control cabin used by Iranian IRGC members to send a drone into Israeli airspace, which was shot down by the IAF.

“T4 is known as a storage center,” said Beeri, including for short-term and longer-term storage of Iranian weapons that arrive via the ground corridor.

At the same time, an IRGC-owned Qeshm Air flight landed in Damascus on Wednesday, hours before the attack, according to reports, and that may have been linked to the attack. “We do not know what was on-board this aircraft and whether forces on the ground did not want to store in Damascus, due to a working assumption that it would be immediately attacked. The cargo may have been moved north to Palmyra from Damascus,” explained Beeri.

The attack could have been aimed at removing dangerous weapons from the sector, he said, and those reportedly killed may have been in the near vicinity of the weapons, either to guard, move or operate them.

Iran and its forces ‘must always feel pursued’

Pro-Iranian militias responded on Thursday by threatening a “very harsh” response to the airstrikes.

A statement released by the “Syrian Allies Operations Room” said the strike occurred from the direction of Jordan and the Al-Tanf border region of Syria.

Beeri said such threats should not be dismissed, and that past experience has shown that these are not always empty vows.

“The threats are not unusual. Over the years, there have been repeated threats by Shi’ite militias in Syria, and in some cases, they have followed through on them,” he said. The latest example is the firing of rockets by Shi’ite militias in Syria at Israel’s southern Golan region during the May escalation with Gaza.

Nevertheless, Iran’s intention to build a war machine in Syria must be disrupted, emphasized Beeri: Iran and its forces in Syria “must always feel pursued.”