Nederlands + English
De volledige tekst van de ‘Mesha gedenksteen’ verheerlijking van een Moabitische overwinning op het “Huis van David” werd ontdekt door het gebruik van een computer imaging techniek.
Door Batya Jerenberg, World Israel News
Een steenplaat met een lange beschrijving van een Moabitische oorlog tegen het oude Israël, waarin het “Huis van David” wordt genoemd, werd onlangs volledig vertaald dankzij een computer-beeldtechniek, waarmee archeologisch bewijs werd toegevoegd aan de beschrijving in de Bijbel van het Joodse koninkrijk dat zo’n 3000 jaar geleden in Israël bloeide.
De Mesha Stele, ook bekend als de Moabitische Steen, bestaat uit 33 grotendeels leesbare regels tekst die de heldendaden beschrijven van koning Mesha van Moab, die regeerde in de negende eeuw voor Christus waar nu het moderne Jordanië ligt.
Het verwijst naar hoe Mesha de zoon van Omri versloeg, een “koning van Israël”, nadat vader en zoon Moab jarenlang hadden “onderdrukt”, en Moabitische steden terugnam die de Joodse koning had versterkt.
In het laatste nummer van Biblical Archeology Review leggen twee onderzoekers, André Lemaire en Jean-Philippe Delorme, uit hoe zij hebben bevestigd dat het beschadigde opschrift in de stele de zinsnede “Huis van David” bevatte om specifiek de vijand van de Moabitische koning te noemen.
Zij gebruikten een methode die Reflectance Transformation Imaging heet. Deze in 2001 uitgevonden methode fotografeert een object meerdere malen digitaal, telkens met licht uit een andere richting. In combinatie hiermee “onthult het wisselende samenspel van licht en donker fijne details van het oppervlak” en “onthult het oppervlak informatie die bij normaal onderzoek niet zichtbaar is”, aldus het Britse Wessex Archaeology, dat de techniek gebruikt om archeologische diensten te verlenen.
Het Tweede Boek der Koningen vertelt over een oorlog tussen “Mesha, koning van Moab,” en een verbond tussen de koninkrijken Israël en Juda. Juda stond bekend als het Huis van David, naar de Davidische dynastie die een paar honderd jaar regeerde over het kleinste van de twee Joodse rijken die het land Israël deelden.
Het verschilt in het resultaat van de oorlog: de Israëlitische koning Joram – de kleinzoon van Omri – versloeg de Moabieten als gevolg van een Goddelijk wonder.
De gedenksteen bevat ook de vroegste, vaste, buitenbijbelse verwijzing naar de Israëlitische God (YHWH), in de context van Mesha die “zijn vaten” naar zijn eigen Moabitische god brengt, nadat hij de hele bevolking van een Israëlitische stad met de naam Nebo heeft gedood.
Nebo wordt in het boek Numeri genoemd als een stad die door de stam Ruben werd gebouwd in het gebied aan de overkant van de Jordaan van Israël.
De steen, 1,15 meter hoog en ongeveer 60 centimeter breed, werd in 1868 ontdekt in de oude stad Dhiban in Jordanië. Gelukkig werd er een afdruk van papier-maché van gemaakt, want een jaar later werd hij in verschillende stukken geslagen door bedoeïenen die niet wilden dat hij door de Ottomaanse autoriteiten aan Duitsland werd gegeven.
Verschillende van de fragmenten werden gevonden door een Franse archeoloog, Charles Simon Clermont-Ganneau, en in 1877 herbouwde hij de gedenksteen met een mengsel van de originele stenen en de bewaarde letters op het papier-maché.
De gereconstrueerde plaat wordt tentoongesteld in het Louvre Museum in Parijs. Het Oriëntal Instituut van de Universiteit van Chicago bewaart een kopie.
*************************************
ENGLISH
The full text of the Mesha Stele’s glorification of a Moabite victory over the “House of David” was discovered through the use of a computer imaging technique.
By Batya Jerenberg, World Israel News
A slab of stone bearing a long description of a Moabite war against ancient Israel that mentions the “House of David” was recently translated in full thanks to a computer-imaging technique, adding archeological proof to the Bible’s description of the Jewish kingdom that flourished in Israel some 3,000 years ago.
The Mesha Stele, also known as the Moabite Stone, consists of 33 mostly-legible lines of text that describe the exploits of King Mesha of Moab, who ruled in the ninth century BCE where modern Jordan is today.
It references how Mesha defeated the son of Omri, a “king of Israel,” after both father and son had “oppressed Moab” for many years, and took back Moabite cities that the Jewish king had fortified.
In the latest issue of Biblical Archeology Review, two researchers, André Lemaire and Jean-Philippe Delorme, explained how they confirmed that damaged lettering in the stele contained the phrase “House of David” to specifically name the Moabite king’s enemy.
They used a method called Reflectance Transformation Imaging. Invented in 2001, it digitally photographs an object multiple times, each time with light projected from a different direction. When combined, “the changing interplay of light and dark discloses fine details of the surface” and “reveal[s] surface information invisible under normal examination,” according to UK-based Wessex Archaeology, which uses the technique in providing archeological services.
The Second Book of Kings tells of a war between “Mesha, king of Moab,” and an alliance between the kingdoms of Israel and Judah. Judah was known as the House of David, after the Davidic dynasty that ruled the smaller of the two Jewish realms that shared the land of Israel for a few hundred years.
It differs in the result of the war, saying that the Israelite king, Joram – the grandson of Omri – defeated the Moabites as a result of a Divine miracle.
The stele also contains the earliest firm, extrabiblical reference to the Israelite god (YHWH), in context of Mesha bringing “his vessels” to his own Moabite god after he killed the whole population of an Israelite city named Nebo.
Nebo is mentioned in the Book of Numbers as a city built by the tribe of Reuben in the territory across the Jordan River from Israel.
The stone, measuring 1.15 meters high and some 60 centimeters wide, was discovered in 1868 in the ancient city of Dhiban in Jordan. Luckily, a paper-mache impression was made of it, because a year later it was smashed into several pieces by Bedouins who did not want it given to Germany by the Ottoman authorities.
Several of the fragments were found by a French archeologist, Charles Simon Clermont-Ganneau, and in 1877 he rebuilt the stele with a mixture of the original stones and the preserved lettering on the paper-mache.
The reconstructed slab is on display at the Louvre Museum in Paris. The Oriental Institute at the University of Chicago houses a copy.