NEDERLANDS – HEBREW
Het waren er meer dan een miljoen. Een miljoen vergeten, voortvluchtige Joden tussen 1946 en 1974.
Ze werden verdreven uit de Arabische wereld en de wereld zou ze graag vergeten. De slachtoffers zelf hebben altijd hun lot uit bescheidenheid verborgen gehouden. De Joden wonen al duizenden jaren in Arabische landen en leken hun lot voor altijd te accepteren. Sommigen zagen het feit dat ze het overleefd hadden zelfs als een wonder. Maar 1948, het begin van hun uittocht, was tevens de geboorte van de staat Israël.

Terwijl de Arabische legers zich voorbereiden het jonge vluchtelingenland binnen te vallen, gingen de overlevenden van de Holocaust massaal aan boord van onbetrouwbare boten om eindelijk hun terugkeer naar het land van hun dromen en hun gebeden te verwezenlijken. Tegelijkertijd maakten een paar honderdduizend Arabieren uit Palestina zich klaar om hun huis te ontvluchten, overtuigd dat ze terug zouden keren als overwinnaars en veroveraars.

Ze zouden spoedig de vluchtelingenkampen vullen die op het land van hun broers gebouwd waren en, omdat ze weigerden te integreren, gaven ze hun vluchtelingenstatus door aan de volgende generaties.

De Joden kregen geen speciale status. Zij waren slechts teruggekeerd naar het land van hun vaderen. En of ze nou uit Aden, Jemen, Egypte, Irak, Syrië, Marokko, Tunesië of Libië kwamen, of ze nou alles en iedereen hadden verloren, zelfs hun familieleden, hun herinneringen en hun begraafplaatsen – toch waren ze bereid in Israël en in het westen hun levens weer op te bouwen. Zonder te vragen om compensatie of het recht terug te keren, of zelfs maar te wensen dat hun verhaal verteld zou worden.