Verhalen van Overlevenden
VEILIGHEIDSTROEPEN
In de vroege uren van zaterdag 7 oktober werd een spervuur van raketten afgevuurd vanuit de Gazastrook in de richting van Israël, waardoor de invasie van Hamas-terroristen op Israëlisch grondgebied werd gemaskeerd. Kort daarna vielen Hamas-terroristen met geweld Israëlische militaire bases binnen, kregen controle over Israëlische gemeenschappen rond de grens tussen Israël en Gaza en namen het hoofdbureau van politie in Sderot in beslag. Israëlische verdedigings- en veiligheidstroepen vochten uren en dagen dapper door – om zichzelf en de burgers in de binnengevallen gebieden te verdedigen. Velen van hen kwamen om, anderen werden ontvoerd. Ze hebben allemaal een groot risico genomen om burgers te beschermen en te redden. Dit zijn de verhalen van de overlevenden.
⚠ Waarschuwing: sommige van deze verhalen zijn extreem moeilijk en beschrijven oorlogsmisdaden van geweld, verkrachting en wreedheid.
Bron: october7.org – Het verhaal van Eden B.
Degenen die mij kennen weten het al, maar ik wil dat jullie allemaal weten en horen wat er met mij is gebeurd, en met mijn vrienden die dit verhaal nooit zullen kunnen vertellen.
Nahal Oz was bijna twee jaar lang mijn thuis als ik weg was van huis. De basis, de kibboets, de beste [militaire] dienst die ik me ooit zou kunnen wensen, met geweldige vrienden waarvan ik dacht dat ze mijn hele leven bij me zouden blijven. Tot zaterdag 7 oktober 2023.
We werden om 06:00 uur wakker door het geluid van explosies. Hoewel ik al eerder escalaties en operaties had meegemaakt, voelde het nu ongewoon aan. Ik rende met de rest van de meisjes op blote voeten naar de betonnen barricade, gekleed in een beha en een pyjamabroek. De explosies hielden niet op. We zaten daar totdat een van de soldaten ons vroeg dicht bij de muur te blijven. Plotseling kreeg hij een telefoontje waarin hij werd geïnformeerd over een infiltratie. Hij rende weg en wij bleven daar staan, verstijfd door paniek, niet wetend wat er ging gebeuren.
We hoorden kreten van “Raid! Inval!” op het PA-systeem van de legerbasis en begrepen dat terroristen waren geïnfiltreerd. In mijn ergste nachtmerries had ik me niet kunnen voorstellen dat zoveel terroristen de legerbasis zouden binnendringen. We begonnen geweerschoten te horen. Aanvankelijk klonk de strijd nog ver weg, maar het kwam steeds dichterbij. Het kruisvuur stopte en de schoten kwamen slechts van één kant: de kant van de terroristen. Ik besefte dat ze dichtbij waren.
“De schoten kwamen op ons af, bij de barricade, kogelvuur zonder onderbreking; ze schoten granaten af, en we waren niet bewapend, behalve de vrouwelijke gevechtssoldaten van de Sky Rider Unit, die alles deden wat ze konden en het vuur openden.“
De schoten kwamen op ons af, op de barricade, geweerschoten zonder onderbreking; ze schoten granaten af, en we waren niet bewapend, afgezien van de vrouwelijke gevechtssoldaten van de Sky Rider Unit, die alles deden wat ze konden en het vuur openden. Er was overal rook en ik kon niets zien. De geweerschoten hielden geen seconde op.
Op wonderbaarlijke wijze ontsnapte ik aan de barricade en rende weg zoals ik nog nooit in mijn leven had gerend. Ik keek niet achterom, omdat ik besefte dat ik waarschijnlijk niet in staat zou zijn om onder ogen te zien wat er achter me lag.
Samen met een paar andere meisjes slaagde ik erin een van de kamers binnen te gaan. Ik zat onder het bloed en kon niet zeggen wat van mij was en wat niet. We lagen op de grond en luisterden hoe ze aan het moorden waren en mijn huis verwoestten. Er was niemand meer om tegen hen te vechten. Ik lag hulpeloos, bang ja doodsbang tot in mijn ziel op de grond, en bad zoals ik nog nooit eerder had gedaan, smeekte om gered te worden, vroeg mijn vader om een wonder om mij in leven te houden, bad voor de meisjes in het operationele kwartier, dat de terroristen hen niet zouden bereiken.
Urenlang lagen we op de grond, zonder dat we spraken of zelfs maar ademden, biddend om Hebreeuws te horen, biddend om geluiden van een veldslag te horen… Om te weten dat iemand tegen hen vocht.
Maar er waren geen gevechtsgeluiden, alleen stemmen, zingend en dansend terwijl ze alle mensen vermoordden van wie ik hou. Er was niemand om te bellen, geen ontvangst, geen netwerk, geen elektriciteit. Eerlijk gezegd het enige wat we konden doen was bidden.
“Mijn huis, mijn veilige plek, was een kerkhof geworden.”
Meisjes plasten in hun broek van angst en ongerustheid. Tweemaal probeerden ze in onze kamer in te breken! Ze wisten dat we er waren en sloegen de ramen kapot om een granaat naar binnen te kunnen gooien. Dankzij een wonder viel de luchtmacht vanuit de lucht aan en vluchtten ze. Urenlang lagen we onder een ingeslagen raam waar doorheen ze ons hadden kunnen zien. We hebben het overleefd!
Opeens hoorden we Hebreeuws. God had engelen gestuurd om ons te redden – militairen van de Paratroopers Reconnaissance Unit kwamen en vroegen of er iemand binnen was. Wij konden het niet geloven. In eerste instantie dachten we dat de terroristen ons in de maling namen. Maar nee, ze waren er om ons te redden.
‘Met trillende handen openden we de deur. Het schouwspel dat mij buiten die kamer te wachten stond, zal ik nooit vergeten. Mijn huis, mijn veilige plek, was een kerkhof geworden.’
Met trillende handen openden we de deur. Ik zal nooit het schouwspel vergeten dat mij buiten die kamer te wachten stond. Mijn huis, mijn veilige plek, was een kerkhof geworden.
Overal was rook en ook vlammen. En bloed. Zoveel bloed. Het bloed van mijn vrienden. Het aantal lichamen was niet te bevatten.
Mijn hart brak en zal nooit meer heel zijn. Maar ik zal hierdoor sterker worden. We zullen de wrede moord op mijn vrienden wreken.
Ik dank God in de hemel voor het wonder dat ik heb meegemaakt en voor mijn tweede kans op leven. Waardeer en heb uw dierbaren lief. Je kunt nooit weten wat de dag van morgen zal brengen.
Eden B.