Foto door Sawyer Bengtson op UnsplashFoto door Sawyer Bengtson op Unsplash
Nederlands + English
Door: One For Israel
Het is interessant dat Jezus een timmerman was (volgens Marcus 6:3) 1 in plaats van, laten we zeggen, een visser. De Bijbel vertelt ons dat Hij Zijn bediening begon op de leeftijd van dertig, en het is vooral interessant als je kijkt naar de eerdere beroepen van veel van onze Bijbelse helden, voordat hun bediening serieus begon.
BEDENK WAT DEZE BIJBELSE KARAKTERS AAN HET DOEN WAREN TOEN ZE DOOR GOD WERDEN GEROEPEN:
David was een herder en zorgde voor schapen. Hij doodde beesten, beschermde de kudde, zorgde voor hun voedsel, zorgde voor hun welzijn, vocht voor hen en leidde hen vooral. Het was een perfecte metafoor voor zijn roeping.
De discipelen waren aan het vissen (in ieder geval een aantal van hen) en Jezus riep hen op tot een leven lang “vissers van mensen” te zijn. De verhalen over wonderbaarlijke visvangsten zijn een geweldig beeld van de duizenden die tot geloof zouden komen als ze het evangelie predikten.
Gideon was bezig het koren te kloppen om het kaf van het koren te scheiden. Is dat niet opmerkelijk, als we bedenken wat hij vervolgens met God ondernam? Hoe liet God hem het “koren” van het “kaf” in zijn leger scheiden door middel van verschillende testen in Richteren hoofdstuk acht? Door Gideon zifte God ook de vijanden van Israël.
Elisa was bezig met het omploegen van een veld toen Elia hem riep in de bediening. Jezus zelf gebruikt een ploeger als een metafoor voor iemand die zijn leven heeft gegeven om hem te dienen, ons waarschuwend om niet terug te keren. Het thema ploegen, stenen verwijderen, zaden planten, water geven en de groei verzorgen zijn een beeld van soorten bedieningen.
Je kunt het patroon zien. Dus hoe zit het met Jezus, als timmerman?
JEZUS WERKTE MET HOUT
In de Bijbel worden mensen vaak vergeleken met bomen. We kunnen dit zien in Psalm 1, 92, Jesaja 61 en op vele, vele andere plaatsen. We zien ook dat onze menselijkheid soms vergeleken wordt met hout, zoals de Bijbel de zondige mens beschrijft als een stuk hout, uit de vlammen gerukt door een barmhartige God.
‘Is deze Jozua niet een brandhout dat aan het vuur ontrukt is? Nu was Jozua in vuile kleren gekleed, terwijl hij voor het aangezicht van de Engel stond. Toen nam Hij het woord en zei tegen hen die voor Zijn aangezicht stonden: Trek hem de vuile kleren uit! Daarop zei Hij tegen hem: Zie, Ik heb uw ongerechtigheid van u weggenomen en zal u feestkleren aantrekken (Zacharia 3:2-4 HSV)
… u werd als een stuk brandhout dat aan de vlammen ontrukt is. (Amos 4:11HSV)
We zijn sterfelijk, tijdelijk, zwak en vergankelijk. We blijven niet lang bestaan zoals steen, maar we rotten weg of verbranden. Het is dan interessant dat Jezus met hout aan het werk was en van ruwe planken bruikbare gereedschappen, voorwerpen en vaten maakte. Hij timmerde stukken aan elkaar, maakte ze glad, hakte onnodige stukken af…
Maar het wordt nog interessanter dan dat.
GEBOREN IN EEN KRIBBE
Met Kerstmis staan we stil bij wat het betekende dat de Almachtige God zijn volk bezocht. Hij was in ‘vlees gekleed’ en als baby werd hij in een houten bak gelegd. Een vergaarbak die normaal gesproken wordt geassocieerd met eten. Het Brood des Levens werd geboren en in een houten voerbak gelegd, het hout dat zijn menselijkheid symboliseert, in een stad genaamd Bethlehem, wat ‘broodhuis’ betekent. Zeg me niet dat God hier niet over heeft nagedacht! Het is geweldig.
AAN EEN BOOM GEHANGEN
Hij werd gekruisigd aan een kruis van hout. Daar genageld, om te sterven. Het hout is een symbool van onze eindige, sterfelijke menselijkheid, bestemd voor vernietiging en dood. Hier, op deze houten balken, doodt Jezus de sterfelijkheid zelf. Toen Hij aan het kruis stierf en weer opstond, werd de macht van de dood zelf verslagen. En toen rolde Hij de steen weg. Jezus zelf wordt vergeleken met steen op verschillende plaatsen, bijvoorbeeld in Daniël 2:31-45 en 1 Petrus 2:4-6. De stenen tafelen hielden Gods geboden en verwachtingen op hun plaats, daarmee aangevend wat Gods standaard is: “Wees heilig zoals ik heilig ben”. Voor een heilige God staan terwijl we niet aan Zijn rechtvaardige normen hebben voldaan, leidt tot een onvermijdelijk oordeel. Steen vertegenwoordigt een Almachtige, onveranderlijke en onoverwinnelijke God. Onze rots. Maar Jezus, de vleesgeworden God, doodt de dood aan een houten kruis en verwijdert de steen van Gods rechtvaardig oordeel. De weg terug naar de Vader is nu open.
Alles IN DE TABERNAKEL was een afschaduwing.
Dit is allemaal aangekondigd in de Tabernakel, al in Exodus. De ark van het verbond waarin God verkoos te wonen, was ook van hout, maar bedekt met goud. Wat voor hout? Acacia. Acacia bomen zijn doornige, stekelige bomen die in de woestijn groeien en niet zo goed zijn om dingen van te maken. Zondige mensen in de Bijbel zijn synoniem voor doornen en distels, maar dat is wat God voorschreef. Hij heeft ervoor gekozen om in ons te leven, ons netelige, stekelige, zondige mensen, gemaakt van vergankelijke, omgehakte bomen, afgehakt van de bron van het leven. De ark was bedekt met goud, wat staat voor Gods heiligheid en gerechtigheid die ons bedekt, verzoend door het bloed op het verzoendeksel. En dat is waar Hij heeft gekozen om Zijn thuis te maken.
‘Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen. Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.” (1 Korinthiërs 3:15-17)
Dus als je aan Jezus denkt als een hulpeloze baby, neergelegd in die houten kribbe, of als onze geweldige Verlosser, hangend aan die boom voor onze zonden, begrijp dan dat het allemaal gepland was. Het werd allemaal geteld, gerekend en afgesproken, want hij wilde in gemeenschap met ons, zijn zwakke vrienden, leven. En laat in dankbaarheid Jezus de timmerman je omvormen tot een werktuig, een vat, dat volgens Zijn volmaakte wijsheid goed kan worden gebruikt. Hij heeft ervoor gekozen om naar je huis te komen en in je te leven. De machtige kracht die in die kribbe was, de Geest van Jezus, leeft in u. En wie weet waartoe je geroepen wordt?!
- In Marcus 6:3 waar staat dat Jesjoea een timmerman was, en in Mattheüs 16:55 waar ons wordt verteld dat Hij de zoon van een timmerman was, is het Griekse woord dat wordt gebruikt “tekton”. Dit woord is breder dan dat het gaat over iemand die met hout werkt, maar betekent “ambachtsman” of “vakman”. De reden dat het specifiek als timmerman wordt vertaald, is omdat zeer vroege teksten laten zien dat het bekend was dat Jezus met hout werkte:
- Justinus de Martelaar (100-165) schrijft in Dialoog met Trypho , hoofdstuk 88: “En toen Jezus naar de Jordaan kwam, werd Hij beschouwd als de zoon van Jozef de timmerman; en Hij verscheen zonder bevalligheid, zoals de Schrift verklaarde; en Hij werd als timmerman beschouwd (want Hij had de gewoonte om als timmerman te werken wanneer hij onder de mensen was, ploegen en jukken makend; waardoor Hij de symbolen van gerechtigheid en een actief leven leerde)”. Dit werd slechts ongeveer 100 jaar na de dood van Jezus geschreven.
- Evenzo beschrijft het tweede-eeuwse Pseudepigrafisch werk van de 2e eeuw in het Kindheidsevangelie van Thomas, Jezus als het maken van ploegen en jukken van hout. ( Griekse tekst A, hoofdstuk VIII). Hoewel deze tweede tekst niet algemeen betrouwbaar is, helpt het om te laten zien dat de verhalen van Jezus uit meer dan één bron al heel vroeg over hem spraken als een ambachtsman die met hout werkte.
ENGLISH
Photo by Sawyer Bengtson on Unsplash
By: One For Israel
It is interesting that Yeshua was a carpenter (according to Mark 6:3)1 rather than, say, a fisherman. The Bible tells us that He began His ministry at the age of thirty, and it is especially interesting when you look at the previous professions of many of our biblical heroes, before their ministries began in earnest.
Consider what these biblical characters were doing when they were called by God:
David was a shepherd, looking after sheep. He was killing beasts, protecting the flock, providing for them, caring for them, fighting for them, and most of all, leading them. It was a perfect metaphor for his calling.
The disciples were found fishing, (a number of them anyway) and Yeshua called them to a lifetime of being “fishers of men”. The stories of miraculous catches of fish are a great picture of the thousands that would come to faith as they preached the gospel.
Gideon was hewing wheat, separating the wheat from the chaff. Isn’t that remarkable, when we think of what he went on to do with God? How God had him weed out the “wheat” from the “chaff” in his army through different tests in Judges chapter eight? Through Gideon, God also sifted Israel’s enemies.
Elisha was busy plowing a field when Elijah came to call him into ministry. Yeshua himself uses a plowman as a metaphor for someone who has given up their life to serve him, warning us not to turn back. The theme of plowing, removing rocks, planting seeds, watering and nurturing growth are a picture of ministry.
You can see the pattern. So how about Yeshua, as a carpenter?
Yeshua worked with wood
In the Bible, trees tend to represent people – human beings. We can see this in Psalm 1, 92, Isaiah 61, and many, many other places. We also see wood representing our humanity, as the Bible describes sinful man as being like a wooden stick, snatched from the flames by a merciful God.
“Is not this man a brand plucked out of the fire?’ Now Joshua was wearing filthy garments and standing before the angel who answered and spoke to those standing before him saying, ‘Remove the filthy garments from him.’ Then to Joshua he said, ‘See, I have removed your iniquity from you and will dress you with fine clothing.’” (Zechariah 3:2-4)
“You became like a firebrand snatched from a blaze—yet you have not returned to Me,”
declares Adonai.” (Amos 4:11)
We are mortal, temporal, frail, and corruptible. We do not last like stone, but we rot away, or burn. It is interesting then that Yeshua was working with wood, making rough planks into useful tools, items, and vessels. He constructed pieces together, smoothed them down, chopped off unnecessary pieces…
But it gets even more interesting than that.
Born in a manger
At Christmas time, we reflect on what it meant that the Almighty God visited His people. He was clothed in flesh, and as a baby he was placed inside a wooden receptacle. A receptacle normally associated with feeding. The Bread of Life was born, and put into a wooden feeding trough, the wood symbolizing his humanity, in a town called Bethlehem, which means “house of bread”. Don’t tell me that God didn’t think this through! It’s amazing.
Hung on a tree
He was crucified on a cross of wood. Nailed there, to die. The wood is a symbol of our finite, mortal humanity, destined for destruction and death. Here, on these beams of wood, Yeshua is putting mortality itself to death. When He died on the cross and rose again the power of death itself was defeated. And then He rolled away the stone. Yeshua himself is likened to stone in several places, for example in Daniel 2:31-45 and 1 Peter 2:4-6. The tablets of stone fixed in place God’s commandments and expectations – laying out God’s standard: “Be holy as I am holy”. Standing before a holy God when we have not met His righteous standards leads to inevitable judgement. Stone represents an Almighty, unchangeable, and invincible God. Our rock. But Yeshua, God incarnate, puts death to death on a wooden cross and moves the stone of God’s righteous judgment away. The way back to the Father is now open.
Foreshadowed in the tabernacle
This is all foreshadowed in the Tabernacle, back in Exodus. The Ark of the Covenant in which God chose to dwell was also made of wood, but covered in gold. What kind of wood? Acacia. Acacia trees are thorny, spiky trees that live out in the desert, and are not so good for making things out of. Thorns and briers represent sinful people in the Bible, yet that is what God prescribed. He has chosen to live in us, thorny, spiky, sinful people, made of corruptible, chopped down trees, chopped off from the source of life. The ark was covered in gold, representing God’s holiness and righteousness that covers us, atoned by the blood on the mercy seat. And that is where He has chosen to make His home.
“If anyone’s work is burned up, he will suffer loss—he himself will be saved, but as through fire. Don’t you know that you are God’s temple and that the Spirit of God dwells among you? If anyone destroys God’s temple, God will destroy him; for God’s temple is holy, and you are that temple.” (1 Corinthians 3:15-17)
So as you think of Yeshua as a helpless baby, placed in that wooden manger, or as our beautiful Savior, hanging on that tree for our sins, understand that it was all planned. It was all counted, reckoned and agreed upon, because he wanted to live in fellowship with us, his frail friends. And in gratitude, let Yeshua the carpenter fashion you into a tool, a vessel, that can be put to good use according to His perfect wisdom. He has chosen to come to your house, and to live inside you. The mighty power that was in that manger, the Spirit of Yeshua, lives in you. And who knows what you will be called to do?!
- In Mark 6:3 where it says Yeshua was a carpenter, and in Matthew 16:55 where we are told that He was the son of a carpenter, the Greek word used is “tekton”.This word is broader than one that works with wood, but means “artisan” or “craftsman”. The reason it is translated specifically as carpenter is because very early texts show that Yeshua was known to work with wood:
- Justin Martyr (AD 100-165) write in Dialogue with Trypho, chapter 88, “And when Jesus came to the Jordan, He was considered to be the son of Joseph the carpenter; and He appeared without comeliness, as the Scriptures declared; and He was deemed a carpenter (for He was in the habit of working as a carpenter when among men, making ploughs and yokes; by which He taught the symbols of righteousness and an active life)”. This was written only about a 100 years after Jesus had died.
- Similarly, second century Pseudepigraphal work of the 2nd century in the Infancy Gospel of Thomas, describes Yeshua as making ploughs and yokes from wood. (Greek Text A, chapter VIII). Though this second text is not one that can be generally relied upon, it helps to show that very early on, the stories of Yeshua from more than one source spoke of him as an artisan who worked with wood.